Door José de Bruin
Willemstad - Een bakkerij, een ziekenhuis, een tandarts en een sportruimte: je kunt het zo gek niet bedenken of het bevindt zich aan boord van het Joint Support Ship (JSS) Karel Doorman.
Het grootste schip van de marine was kort op Curaçao om warmweerbeproevingen te doen. Vrijdag mochten genodigden een kijkje nemen op het imposante schip.
En imposant is het zeker met zijn 204,7 meter lengte en de brug op ruim 30 meter hoog. Het was vijf dagen op Curaçao om te testen. Het schip is nog relatief nieuw, op 8 maart 2014 werd het gedoopt in Vlissingen door minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert. En ondanks de inzet in de strijd tegen ebola in West-Afrika waarbij het hulpgoederen verscheepte, moest het schip nog alsnog warmweerbeproevingen doorstaan.
Dus werd het schip volgehangen met meetapparatuur en werd er op verschillende snelheden en onder verschillende omstandigheden gevaren. Over de resultaten van die metingen werd tijdens de relatiedag vrijdag niet ingegaan.
Het vaartuig vervangt het in 2012 uit dienst gestelde Zuiderkruis en is met een waterverplaatsing van 27.800 ton het grootste schip dat de Nederlandse Marine ooit heeft gehad. Na de nodige trappen te hebben beklommen, komen de bezoekers aan bij het knooppunt van het schip op zo’n 30 meter hoogte. Spectaculair is niet alleen het uitzicht vanaf de brug maar ook de apparatuur. De radar, het roer, maar ook de beelden van de vele camera’s die in het schip hangen zijn allemaal te zien op grote schermen in de brug. Hoe geavanceerd ook, de menselijke touch blijft altijd nodig, wordt uitgelegd. Want de radar vangt heel erg veel op, maar kan bij hele hoge golfen wel eens een kleine vissersboot over het hoofd zien. Daarom zijn er vanaf de brug continue menselijke ogen op het water gericht. Ondanks de code geel die vrijdag was afgegeven, lag de boot opvallend stabiel. Helemaal in de brug kon af en toe een lichte deining worden waargenomen, maar daarmee is ook alles gezegd.
Comfortabel is daarmee het vaartuig voor het personeel: en aan alles onderweg is gedacht. Voor de hoger geplaatste leden is er een speciale woonkamer, er is een uitgebreide sportzaal voor de mariniers en er is zelfs elke ochtend vers gebakken brood uit de speciale bakkerij. En last van een gaatje? Dan is er zelfs een tandarts aan boord. Dit is er uiteraard niet allemaal alleen voor het personeel. De 300 mensen die aan boord kunnen verblijven, kunnen allemaal worden voorzien, maar het is vooral om de naam van het bevoorradingsschip eer aan te doen: te bevoorraden. Schepen kunnen op zee van alles worden voorzien, zowel van voedsel als drinkwater en brandstof.
Er kunnen ook meerdere helikopters op het achterdek van het schip landen. Tevens kunnen er vanaf het achterdek voertuigen naar het lager liggende dek worden getransporteerd door middel van een heel grote lift.
Dat lager liggende dek is erg belangrijk, dit zogenoemde G-dek is het algemene deel. En zo wordt verteld, daar waar de valreep (voor niet marinemensen: de loopplank) op uitkomt. In dit ruim worden goederen en voertuigen opgeborgen. Nu staan er oude spullen opgehaald van de diverse defensiecomplexen van Aruba, Sint Maarten en Curaçao. Deze spullen zijn in de plaats gekomen van de nieuwe goederen die zijn afgeleverd, zo zijn er behalve onderdelen en andere benodigdheden, ook ambulances afgeleverd op Aruba.
Het is na de relatiedag nog even aanpoten voor de bemanning van de Zr.Ms. Karel Doorman: op 10 juli moet er thuis, in Den Helder, worden aangemeerd. Daarom zal wel iets harder dan normaal gesproken worden gevaren. Het schip zal dan zo’n 32 kilometer per uur halen.
Foto José de Bruin