Door Ton de Jong
Willemstad - Shell aansprakelijk stellen voor de milieuschade op Curaçao is lastig, maar niet onmogelijk.
Dit is de conclusie van een diepgaand onderzoek naar de haalbaarheid dat medio 2010 vertrouwelijk aan het toenmalige Eilandsbestuur is gepresenteerd. Daar is niets mee gedaan.
Uit vertrouwelijke stukken waarover het Antilliaans Dagblad beschikt, blijkt dat het Bestuurscollege in 2005 Royal Dutch Shell in Den Haag al per brief aansprakelijk gesteld heeft ‘voor alle handelingen en nalaten hiervan die geleid hebben tot verontreiniging van het milieu’.
Tegelijk werd de verjaring opgeschort van mogelijke onrechtmatige daden die Shell heeft begaan. De onrechtmatigheid zou bestaan uit onder andere ‘het niet nakomen van contractuele verplichtingen voortvloeiende uit de contracten van 1985’ toen Shell de raffinaderij voor 1 dollar verkocht aan Curaçao. De reactie van Shell is niet bekend, maar was in elk geval negatief want er kwam geen schot in de zaak.
In december 2009 vroeg de meerderheid van de Tweede Kamer om een onderzoek en intussen wilde ook Curaçao hom of kuit. Overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) ging aan de slag en maakte 250.000 gulden vrij voor een uitgebreid onderzoek waarvoor onder andere professor Frank Kunneman en zijn advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne werden ingeschakeld. Op 7 juli 2010 werden de resultaten gezamenlijk gepresenteerd aan het Bestuurscollege van Curaçao. Dat impliceert dat RdK volledig achter de conclusies stond. Uit de PowerPointpresentatie waarop deze krant beslag heeft weten te leggen, blijkt dat het een grondig onderzoek is geweest. RdK bracht onder leiding van gedeputeerde Humphrey Davelaar (PNP) in april 2010 zelfs een werkbezoek aan Nederland.
Kunneman signaleerde nogal wat hindernissen, maar vond een paar breekijzers. De economische waarde van de raffinaderij was volgens hem in 1985 waarschijnlijk negatief. De waarde bedroeg in 1985 niet 1 dollar, maar minus 100 miljoen tot 1,5 miljard gulden. Shell was goed weggekomen. ,,Shell beschikte in 1985 mogelijk over informatie die voor het Eilandgebied cruciaal was, maar die Shell niet (voldoende) met de onderhandelaars heeft gedeeld. Anno 2010 wordt van internationale bedrijven een grotere ‘corporate responsibility’ verwacht dan anno 1985, ook ten aanzien van handelingen uit het verleden.”
Met ‘two magic tricks’ willen Kunneman cum suis de breekijzers inzetten. Door een combinatie van een voorlopig getuigenverhoor en zorgvuldig gedoseerde publiciteit. ,,Een voorlopig getuigenverhoor geeft de mogelijkheid om relatief goedkoop heel veel feiten (onder ede) boven water te krijgen. Het geeft de mogelijkheid om op subtiele wijze voor Shell onplezierige publiciteit te genereren.”
Aan het Eilandsbestuur vraagt RdK goedkeuring voor een driestappenplan: verder feitenonderzoek, voorlopig getuigenverhoor en pas daarna een beslissing over procederen. Enkele maanden later werd het Land de Nederlandse Antillen ontmanteld en maakte het Bestuurscollege plaats voor een landsregering met de regering-Schotte (MFK/PS/MAN), in 2013 gevolgd door het kabinet-Asjes (PS/PAIS/PNP/Sulvaran). Sinds 2010 is niets meer vernomen van juridische acties tegen Shell. Ook niet nadat in maart 2013 het Nederlandse tv-programma Zembla de kwestie opnieuw oprakelde. Shell verwees toen voor de zoveelste keer naar de dichtgetimmerde overeenkomst van 1985.