Nederland stelt extra geld ter beschikking voor het organiseren van activiteiten voor het behoud van immaterieel cultureel erfgoed op de zes Caribische eilanden van het Koninkrijk der Nederlanden en in Suriname.
Dat werd gisteren bekendgemaakt bij het begin van de vijfdaagse training voor het inventariseren van erfgoed in Hotel Kurá Hulanda.
Minister Irene Dick (PS) van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS) wees er in haar toespraak op dat het immaterieel erfgoed een belangrijke factor is voor het bewaren van culturele diversiteit in een steeds meer globaliserende wereld. ,,Immaterieel cultureel erfgoed geeft een gevoel van identiteit en continuïteit. Dit erfgoed is alleen echt erfgoed als het als zodanig wordt erkend door de gemeenschap. Het moet worden onderhouden, of het loopt de kans verloren te gaan.”
Na het volgen van de training deze week hebben de cursisten geleerd hoe ze het cultureel erfgoed kunnen bewaren zodat het voor de lange termijn behouden blijft, aldus de minister. Om dit te kunnen doen moet het erfgoed levend worden gehouden: ,,We moeten het definiëren, identificeren, erkennen, verzamelen, vastleggen, documenteren en verzorgen.” Dick noemde een sprekend voorbeeld voor Curaçao: ,,Gisteren (zaterdag, red.) vierden we de Internationale Dag van de Moedertaal. Taal wordt als onderdeel van ons immaterieel cultureel erfgoed beschouwd. Het wordt gesproken op Aruba, Bonaire en Curaçao. Het is daarom erg belangrijk dat we ons Papiaments bewaren om te voorkomen dat het verdwijnt.”
Vertegenwoordiger van Nederland Henk Brons zei dat Nederland vanaf het begin de Caribische delen van het Koninkrijk heeft betrokken bij het convenant voor het immaterieel cultureel erfgoed. Dit convent van VN-organisatie Unesco werd in 2003 opgesteld. De workshops bieden volgens hem een uitgelezen kans om het ongrijpbare cultureel erfgoed te beschermen door kennis en ervaringen te delen. Hij benadrukte de cruciale rol die experts zoals die van het National Archaeological Anthropological Memory Management spelen, maar dat ook de overheden en andere instituten belangrijk zijn in dit proces.