Willemstad/Oranjestad - Zowel Curaçao als Aruba, Sint Maarten en Nederland zijn het er over eens: er moet een geschillenregeling komen. Dat bleek gisteren tijdens de voorlaatste dag van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko). Deze onafhankelijke instantie wordt in het leven geroepen om geschillen binnen het Koninkrijk te beslechten.
Dat de geschillenregeling er zou komen is eigenlijk geen verrassing: Curaçao, Sint Maarten en Aruba ondertekenden in augustus een resolutie tijdens het tripartiet overleg op Sint Maarten voor zo’n geschillenregeling. De drie landen binnen het Koninkrijk besloten toen er nogmaals met klem op aan te dringen dat een geschillenregeling moest komen. Deze komt er dus nu.
Een van de deelnemers aan het Ipko namens Curaçao, Zita Jesus-Leito (PAR): ,,Die beslissing over de geschillenregeling was eigenlijk allang genomen. Het is nu écht erkent door alle partijen dat een geschillenregeling moet komen; dat een onafhankelijke instantie moet beslissen over geschillen.”
Volgens Jesus-Leito is er gisteren een tekst klaar gemaakt en wordt deze vandaag bekrachtigd in een slotverklaring. De details van deze regeling zijn nog niet duidelijk. Punten als 'reikwijdte' en 'bemensing' worden nog nader uitgewerkt. Dat moet voor de volgende Ipko in juni zijn bereikt.
PAIS laat via sociale media weten dat, op het moment dat de geschillenregeling in werking is, dit bijdraagt aan ‘een gezondere verstandhouding tussen de landen binnen het Koninkrijk, alsmede het rechtstatelijk gehalte’. Tijdens de besprekingen over de geschillenregeling had PAIS als uitgangspunt: ‘might is geen right’.
Ook voor Jesus-Leito is het duidelijk: ,,Het kan niet zo zijn dat iedereen maar doet. Dat Nederland mag doen en wij moeten luisteren. Het moet zo zijn dat er een onafhankelijke instantie bestaat die zich buigt over geschillen.”
Met de afspraak over een geschillenregeling komt minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn belofte na die hij begin oktober deed in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de begroting 2015 voor Koninkrijksrelaties. Hij beloofde toen zijn best te doen om in het voorjaar van 2015 met overeenstemming met de regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten te bereiken over een geschillenregeling voor het Koninkrijk.
Vooral D66, CDA en ChristenUnie brachten in dat debat naar voren te hechten aan de komst van een onafhankelijk instituut dat juridische conflicten tussen de landen over bijvoorbeeld de interpretatie van het Statuut kan beslechten.
Wassila Hachchi (D66) hield de minister voor dat er veel gedoe voorkomen had kunnen worden, als de regering voortvarend uitvoering had gegeven aan de in 2010 bijna Kamerbreed aangenomen motie Herdé/Yrausquin om ‘zo spoedig mogelijk’ een geschillenregeling te treffen.
Als dat was gebeurd, zou een conflict zoals deze zomer over de Arubaanse begroting nooit zo uit de hand hebben kunnen lopen, voerde Hachchi aan. Zij verweet Plasterk pas in actie te komen als zaken escaleren, terwijl het juist zijn taak is om escalatie te voorkomen: ,,U bent geen minister van Koninkrijksrelaties, maar van Koninkrijksruzies die met aanwijzingen zwaait”, aldus Hachchi toen.