Voorbeeld Eman
Allereerst de pensioenleeftijd. In de oude wet gold voor Statenleden de leeftijd van 50 en voor ministers van zelfs 45 jaar. Die wordt nu terecht opgetrokken naar 60. Ook wordt het mes gezet in de overbruggingstoelage van ruim 120.000 florin, terwijl overbrugging in veel gevallen overbodig was omdat veel oud-bewindslieden al vrijwel direct een nieuwe baan hadden. De nieuwe overbrugging op Aruba geldt alleen in het eerste jaar ter aanvulling van ander inkomen. Verder verzamelden ministers soms wel acht jaar aan vakantierechten en lieten zich dat uitbetalen. Dat behoort binnenkort tot de verleden tijd; bij goedkeuring door de Staten van de wet kan dit nog maar tot een maximum van 50 procent. En dan nóg hebben gewezen politieke gezagsdragers weinig te klagen. Jammer, maar wel begrijpelijk is dat in verband met een overgangsregeling niets verandert voor ex-ministers en -parlementariërs die reeds van hun pensioen genieten. Voor degenen die dat nog niet doen - maar al wel rechten hebben ‘opgebouwd’, zoals premier Mike Eman zelf, die acht jaar lang parlementariër was - geldt wel de nieuwe situatie. Dat kan in individuele gevallen een miljoen florin aan inkomen schelen. Dat is het gevolg van uitvoering van de adviezen van de commissie onder voorzitterschap van ex-Statenvoorzitter Eddy Croes, waarmee de AVP haar beloften van de verkiezingen in 2009 inlost. Het zijn grote aanpassingen van een te duur stelsel in tijden van tekorten. Eman en zijn collega-ministers geven hiermee een belangrijk ‘signaal’ af naar de gemeenschap toe, waarmee het pakket aan bezuinigingsmaatregelen dat hierna volgt geloofwaardiger kan worden uitgelegd aan de burger met de kleine beurs.