Gouverneur geen speelbal
‘Brief van gouverneur is resultaat van aanwijzing, niet van curatele’. Deze boodschap stuurde de voorlichtingsafdeling van het ministerie van Algemene Zaken van de regering Schotte vrijdagmiddag uit.
Het gaat hier om de door de media onthulde brief van 25 juli 2012 van gouverneur Frits Goedgedrag, want deze werd natuurlijk (bewust) niet door de ministerraad naar buiten gebracht; sterker, er wordt maar weer eens een onderzoek gedaan naar het lek. Dat de brief een vervolg is op de aanwijzing door de Rijksministerraad (RMR) is correct, maar het gevolg van de aanwijzing is wel degelijk een vergaande vorm van curatele.
Dat blijkt alleen al uit de volgende zinsnede van de bewuste, in de ogen van de regering gewraakte, brief van de gouverneur: ,,Concept-landsverordeningen, concept-landsbesluiten of concept-landsbesluiten houdende algemene maatregelen die mij worden voorgelegd, zal ik dienen te toetsen aan de hierboven genoemde en andere bepalingen uit de aanwijzing.”
Het is helder dat de zittende coalitie het liefst een gouverneur ziet die alles doet wat de ministersploeg wenst en zelfs opdraagt. Zo blijkt uit het communiqué van vrijdag, dat juist om deze reden door deze krant zaterdag integraal en vertaald werd afgedrukt, dat premier Schotte (MFK) binnenkort de brief van de gouverneur zal beantwoorden ‘met het doel te komen tot een wederzijdse overeenkomst over de interpretatie van de aanwijzing en hoe deze in de praktijk moet functioneren’. Alsof met de gouverneur in onderhandeling kan worden getreden over de vraag ‘Hoe nu verder?’.
De laatdunkende opstelling van dit kabinet jegens de gouverneur blijkt ook uit de opmerking in het communiqué dat de gouverneur, als staatsorgaan - dus als deel van de landsregering - ‘altijd zijn handtekening moet plaatsen onder alle wetten’ van het land.
Weliswaar erkent de regering Schotte dat de gouverneur behalve zijn rol als hoofd van de Curaçaose regering, ook een rol heeft als orgaan van het Koninkrijk, maar doet alsof dit een bijzaak is. Het tegendeel is natuurlijk het geval na de aanwijzing door de RMR.
De gouverneur heeft in ieder van de landen - Aruba, Curaçao en Sint Maarten - een bijzondere positie met betrekking tot het waarborgen dat wetten en besluiten van het betrokken land recht doen aan de wetten en regels van het Koninkrijk.
Dat geldt dus ook voor gouverneur Goedgedrag waar het betreft de Rijkswet Financieel Toezicht en de daarop gebaseerde aanwijzing. De Rijkswet is in rang hoger dan een landsverordening of besluit van het Land Curaçao. De gouverneur mag (sterker: moet) een (ontwerp) landsverordening of besluit aan de Rijkswet toetsen.
Het is dus zeker niet zo dat op de gouverneur de plicht rust om Landsverordeningen en -besluiten zonder enige toetsing te tekenen, zoals het kabinet de media en het grote publiek wil laten geloven.
De verantwoordelijkheid van de gouverneur gaat overigens verder: (óók) als hoofd van de landsregering draagt het Reglement voor de Gouverneur hem op om landsverordeningen en hem voorgedragen landsbesluiten niet vast te stellen als hij die in strijd acht met het Statuut, een internationale regeling, een Rijkswet of een Algemene Maatregel van Rijksbestuur, dan wel met belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk is.
Kortom: de gouverneur is geen speelbal van Fòrti.