De uitbraak van de covidpandemie medio maart 2020 ligt (alweer) twee jaar achter ons. De eerste coronaleningen - renteloos - aan de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten in verband met de noodzakelijke liquiditeitssteun, vanaf april 2020, zijn ook van twee jaar terug. Sindsdien is er veel gepraat, gediscussieerd, onderhandeld en ook veel uitstel gevraagd en verkregen. Uitstel van aflossing met achttien maanden, maar ook uitstel van besluitvorming. Zo werd gisteren bekend dat de Staten van de Caribische landen meer tijd vragen voor Coho, om de consensusrijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling in behandeling te nemen. Natuurlijk gaat het hier om ‘een onderwerp van groot maatschappelijk belang dat ingrijpende hervormingen van bestuurlijke aard beoogt teweeg te brengen’ voor de eilanden, zoals de drie Statenvoorzitters schrijven over de Coho-stukken die zij op 11 februari ontvingen. Het vermoeden bestaat echter, bij vriend en vijand, dat hier sprake is van bewuste vertraging. Het ging en gaat hier wel om de grootste financieel-economische crisis in decennia en de nasleep ervan. Zelfs nu het coronavirus zo’n beetje tot het verleden behoort, is de feitelijke constatering dat Curaçao, Aruba en Sint Maarten niet in staat zouden zijn de coronaleningsschulden af te betalen. Het opeisen ervan zou zelfs het ‘default’ van de autonome landen betekenen. Er zijn dan weliswaar gelukkig duidelijk tekenen van (economisch) herstel, maar nog altijd verre van voldoende om de duikvlucht van 2020 enigszins te repareren, terwijl Curaçao ook pre-corona al jaren achtereen krimp vertoonde. Toch levert dit alles in de politiek nog niet de algemeen gevoelde en breed gedragen ‘sense of urgency’ op om het roer om te gooien en de noodzakelijke hervormingen nu wél door te voeren. De buit is binnen - 911 miljoen gulden voor Curaçao, 915,5 miljoen florin Aruba en 292,4 miljoen gulden Sint Maarten - en wat daarbij hoort in de vorm van een hervormingsentiteit, dat lijkt op de lange baan te worden geschoven. De werkwijze staat niet op zichzelf. Want kan over Coho nog worden gezegd dat dit een langdurig en complex wetgevingstraject is, waarvoor consensus nodig is van álle koninkrijkslanden, en waarbij het gaat om het altijd gevoelige punt van de autonomie. Ook de als voorwaarde gestelde maximering van inkomens van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector is nog altijd niet geregeld. Dat moest aanvankelijk per 1 juli 2020 het geval zijn, maar om de landen tegemoet te komen heeft de Rijksministerraad (RMR) daar later een maximale overgangstermijn van twee jaar aan toegevoegd. Tot op de dag van vandaag is de daarvoor bedoelde wetgeving nog steeds niet vastgesteld. Het gedraal en traineren leidt tot irritatie. Zelfs bij de nog verse staatssecretaris van Koninkrijksrelaties. Daarom schreef zij maandag over een ultimatum: de landen Aruba en Curaçao is ‘dringend verzocht’ hun landsverordeningen met betrekking tot de maximering van topinkomens uiterlijk per 1 juli aanstaande in werking te laten treden. Besluitvorming is lastig, (impopulaire) maatregelen treffen nog moeilijker. Maar vertragen is vaak slechts uitstel van executie en illustreert in de Haagse ogen het zwakste bestuurlijke punt van de eilanden: uitvoeringskracht en -bereidheid.

ADCommentaar 800

                            

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.