De ‘redding’ van Ennia (lees: met name Ennia Caribe Leven, ECL) is onder meer afhankelijk van de substantiële bijdrage van toezichthouder CBCS, de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. De CBCS, die in het geval van Ennia in verband met de noodregeling ook bestuurder is van deze verzekeringsmaatschappij, geeft een commitment af om jaarlijks bijna 18 miljoen op te hoesten.CBCSdushi
Anders dan de Landen Curaçao en Sint Maarten, die pas vanaf 2027 vanuit hun overheidsbegrotingen beginnen te betalen aan het Ennia-resolutiefonds, dient de Centrale Bank wel al vanaf dit jaar - 2024 - te storten. Het staat aldus geformuleerd in het Hoofdlijnenakkoord Resolutie Ennia: ,,Curaçao en Sint Maarten dragen vanaf 2027 bij aan de financiering van de doorlopende kapitaalbijdrage en de CBCS draagt daar vanaf 2024 aan bij.”
De jaarlijkse contributie van de CBCS is volgens het hoofdlijnenakkoord ‘gebaseerd op een commitment voor een dividenduitkering van in totaal 17,9 miljoen’. Om dividend uit te (kunnen) keren, moet wel éérst (netto)winst worden gerealiseerd. Het Antilliaans Dagblad vroeg daarom aan de afdeling communicatie van de Centrale Bank om een overzicht te mogen ontvangen van de financiële resultaten van de CBCS van de afgelopen vijf jaar plus een projectie voor de komende jaren. Dat was vrijdag. Maandag verzocht de redactie, aanvullend, ook om informatie met betrekking tot de dividenduitkeringen in de voorbije jaren. Op woensdag had de krant nog geen antwoord gekregen, behalve de bevestiging dat de vragen intern waren uitgezet.
Deze winsten en dividenden zijn natuurlijk bijzonder belangrijk voor het welslagen van de Ennia-oplossingsoperatie. Want terwijl de Landen gedurende dertig jaar bijdragen (in het geval van Curaçao 30 miljoen per jaar en Sint Maarten moet jaarlijks 2,3 miljoen storten; deze verdeelsleutel is gebaseerd op de verhouding van de aantallen polishouders op Curaçao vs. Sint Maarten), wordt van de CBCS een verplichting verwacht die zich over 50 jaar strekt; een halve eeuw ofwel tot het jaar 2074.
Hoewel nog wordt gewacht op antwoord van de CBCS, blijkt dat de Staten vorige week al wel een overzicht kregen van de winsten/dividenden van de Centrale Bank gedurende de afgelopen tien jaar. Echter, het overzicht is nogal beknopt. Van 2013 tot en met 2018 zijn er resultaten bekend, namelijk winsten van 7,3 miljoen respectievelijk 2 miljoen; 31,9 miljoen; 6,3 miljoen; 8,7 miljoen; en 15,9 miljoen.
Voor de periode 2019 tot en met 2022 staat er ‘0’ genoteerd, met andere woorden of een nihil-resultaat of een verlies. Over het voorbije boekjaar - 2023 - staat vermeld dat de jaarrekening nog niet is afgerond om op grond daarvan de hoogte van het dividend te bepalen.
Van een eerdere mededeling van de CBCS, eind januari jongstleden uitgebracht, is bekend dat het financiële boekjaar 2023 wel anders uitpakt dan de ‘slechte’ jaren daarvoor. Want, ter versterking van het weerstandsvermogen én ter verhoging van de inkomsten heeft de Centrale Bank kort daarvoor 30 procent van de nationale goudvoorraad - 125.000 van in totaal 420.394.993 fine troy ounces - verkocht en zijn de opbrengsten belegd in vastrentende waarden; Amerikaanse staatsobligaties.
Deze, wat wordt genoemd, ‘optimalisatie van de samenstelling van de officiële reserves’ leidde tot een verhoging van de opbrengsten, die ten goede komen aan het resultaat van de CBCS en de jaarlijks beoogde dividenduitkering aan Curaçao en Sint Maarten. Of dat voldoende is om het niveau van 17,9 miljoen (per jaar) te halen, en dat 50 jaar lang, zal nog moeten blijken.
Overigens: elke gulden dividend ten behoeve van de Ennia-oplossing is een ‘sigaar uit eigen doos’, namelijk feitelijk een extra Landsbijdrage, omdat als het CBCS-dividend niet aan Ennia zou worden besteed, dit geld in de pot van algemene middelen zou belanden. Daarmee wordt dus iets aangeboden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald (lees: de belastingbetaler). Nu eerst maar kijken of de CBCS wel voldoende winst realiseert om dit bedrag aan dividend in het Ennia-resolutiefonds te storten. Zo niet, dan is de belastingbetaler helemáál … de sigaar!

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.