Los van de vraag of het ethisch is - netjes is - dat Nederland de coronacrisis als breekijzer gebruikt om bepaalde noodzakelijke hervormingen op Curaçao af te dwingen, alsmede delen van de autonomie opeist in ruil voor financiële steun, de conclusie kan haast niet anders zijn dan dat Curaçao de liquiditeitssteun absoluut nodig heeft zónder de maatschappij nog meer te ontwrichten.

De cijfers/getallen spreken voor zichzelf. Hoewel (fors) minder dan oorspronkelijk aan de hand van de berekening van de Commissie Noodfonds gevraagd (765,5 miljoen voor drie maanden) heeft Nederland aan Curaçao primair 177 miljoen over de eerste zes weken als lening verstrekt en nog eens 204 miljoen voor de komende anderhalve maand toegezegd. Dat is bij elkaar 381 miljoen gedurende een kwartaal. Ofwel 127 miljoen gulden per maand.

Is dat veel? Of valt het mee? Kunnen wij op Curaçao ook zónder, of - anders geformuleerd - kan Curaçao dit bedrag gedurende langere periode zelf opbrengen? Om te bezien ‘hoeveel’ dit is, kan gekeken worden naar de belastingopbrengsten: naar wat Curaçao zélf aan algemene gemeenschapsgelden genereert.financien

Volgens de oorspronkelijke, dus nog niet gewijzigde, begroting 2020 gaat het in een heel jaar om 1.570 miljoen gulden (bijna 1,6 miljard). Dat is maandelijks gemiddeld 130 miljoen aan alle belastingen bij elkaar: loonbelasting, inkomstenbelasting, winstbelasting, deelnemingsdividend (in het kader van de Belastingregeling Nederland-Curaçao), onroerendezaakbelasting, (nagekomen) grondbelasting, overdrachtsbelasting, omzetbelasting, bijzonder invoerrecht benzine, alle soorten accijnzen (tabak, bier en gedestilleerd), motorrijtuigenbelasting, (nagekomen) logeergastenbelasting, invoerrechten en zegelbelasting.

Kortom álle zelf te genereren en te incasseren belastingen. De sinds enkele jaren veruit grootste inkomstengenerator, de omzetbelasting (ob) tegen een tarief van over het algemeen 6 procent, spekt de landskas per maand met circa 42 miljoen. In maart 2020, toen halverwege de maand corona genadeloos toesloeg, was dit overigens nog maar 36 miljoen. Ongeveer net zoveel als wat alle werknemers van Curaçao maandelijks samen aan loonbelasting opbrengen.

Genoemde getallen zetten de verkregen en toegezegde liquiditeitssteun van Nederland van gemiddeld 127 miljoen gulden per maand in een ander/beter perspectief. Het is namelijk - toevallig - (bijna) evenveel als de 130 miljoen die de 159.000 inwoners van Curaçao tezamen, plus nog de illegalen en toeristen, ophoesten. Anders gezegd: zónder de financiële hulp (ook al is het voorlopig nog in de vorm van een renteloze lening, met de eventuele mogelijkheid dat dit later omgezet kan worden in een schenking) zouden alle ingezetenen het dúbbele aan LB, IB, WB, ozb, ob, accijnzen, autobelasting en invoerrechten moeten neertellen. Laat dat even bezinken.

Natuurlijk is de liquiditeitssteun tijdelijk. Voor de periode april tot half mei, dan van medio mei tot juni en (hopelijk?) van juli tot september. Wat daarna gebeurt is nog onduidelijk. En dus zou het totale bedrag aan financiële hulp over een langere periode uitgesmeerd terugverdiend en terugbetaald kunnen worden. Maar tóch, het gaat om erg veel geld. En de landsbegroting vertoont nu al telkens gaten en tekorten. Eigenlijk structureel. Jaar in jaar uit sinds 2010. Beter gezegd: de uitvoering van de begroting, want het dienstjaar begint meestal wel optimistisch met een (papieren) evenwicht: evenveel uitgaven als inkomsten. De praktijk is anders.

Dit gezegd hebbende: de Nederlandse regering, hierin gesteund door de Rijksministerraad (RMR), vraagt nogal wat van de eilandbevolking. Op een rijtje gezet gaat het om het volgende:

  1. Verlaging inkomen van ministers en Statenleden met 25 procent;
  2. Verlaging inkomen ambtenaren en werknemers bij overheids-nv’s met 12,5 procent;
  3. Maximering inkomens topfunctionarissen in de semipublieke sector;
  4. Bijdrage van 20 procent van werknemers in geval van loonsubsidie;
  5. Bemoeienis DNB (lees: Nederland) bij de financiële sector en CBCS.

Ad 1. De algemene verwachting is dat er met de eerste voorwaarde weinig in de samenleving zullen zijn die er moeite mee zullen hebben. Het betreft een relatief kleine groep van 21 Statenleden plus 10 ministers, inclusief Gevolmachtigde minister in Den Haag. Zelf gaan ze - gelukkig - ook akkoord.

Ad 3. Hetzelfde geldt grofweg ook voor het aftoppen van de regelmatig buitensporige inkomens van bepaalde directeuren van overheids-nv’s en -stichtingen.

Ad 2. Een stuk lastiger wordt het echter als ambtenaren - die de afgelopen jaren en ook de afgelopen coronamaanden via hun vakbonden weinig compassie en medewerking hebben getoond - gedwongen moeten inleveren. Het ligt, gezien de overheidstekorten en de negatieve overheidsliquiditeitspositie, echter zeer voor de hand dat overheidsdienaren ook hun aandeel geven. Op het eerste gezicht lijkt 12,5 procent nog altijd minder dan wat er van hun collega’s in de private sector wordt verlangd.

Ad 4. Nadat in april personeel werkzaam voor commerciële bedrijven die gebruikmaken van de NOW-loonsubsidie (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) nog 100 procent salaris ontvingen, wordt van hen in mei een bijdrage van 20 procent verzocht. Deels valt dit samen met de werktijdverkorting (WTV). De NOW-tegemoetkoming is overigens géén omzetsubsidie, maar ‘slechts’ een gedeeltelijke ondersteuning bij nakoming van de loonsomverplichting. Doordat de omzetderving vaak vele malen groter is, zijn veel ondernemingen - ondanks de NOW-regeling - in grote problemen gekomen. Vooralsnog heeft NOW kunnen helpen voorkomen dat de werkloosheid in één klap van 21, naar 41 en zelfs 64 procent is geklommen, maar het betreft geen redmiddel met een lange adem.

Ad 5. De Nederlandse voorwaarden gericht op de financiële sector zijn - objectief gezien - regelrecht een aantasting van de autonomie van Curaçao (en wat betreft de CBCS ook Sint Maarten). Het is wellicht te verklaren vanuit het feit dat Nederland vorig jaar werd benaderd door Centrale Bank CBCS en de regering-Rhuggenaath in verband met de escalerende Girobankproblematiek. Destijds betrof het een bedrag van 450 miljoen gulden, waarover werd gesproken maar waar Nederland weinig happig op was. Later besloot Curaçao dit zelf op te lossen door de rekening bij de burgers te leggen met een hoger tarief algemene bestedingsbelasting (abb), die in de plaats van de ob zou komen - maar wat voorlopig, in verband met corona, in de ijskast is gezet. Waarschijnlijk moeten de eilandbewoners nog vele jaren afbetalen/boeten. Het is dus te verklaren, maar is het ook te verdedigen dat Nederland via De Nederlandsche Bank (DNB) nu ‘ingrijpt’? Mogelijk ziet Den Haag naast Giro nog méér donkere wolken hangen boven de financiële sector. Genoemd worden PSB Bank (100 procent eigendom Land Curaçao; binnenkort APC Bank), verzekeringsbedrijf Ennia en pensioenfonds APC. De laatste meer in de zin van de gevolgen van Girobank voor het fonds. Voor Ennia is de noodregeling van toepassing. Van de (huidige) CBCS-top kan veel worden gezegd, maar Ennia-eigenaar Hushang Ansary en talloze voormalige Ennia-bestuurders worden sinds 2018 wel degelijk aangepakt. En terecht, vanwege de oneigenlijke onttrekkingen van aanzienlijke bedragen. Via de rechter in New York - met succes - en nu ook via het gerecht op Curaçao. Feit is dat Ansary bewezen heeft wel in te zijn voor allerlei praatjes - zoals met voormalig CBCS-president Bob Traa - maar nog altijd de facto elke medewerking weigert. Dat de Raad van Bestuur van de CBCS aan de hoogste ‘fit & proper’-standaarden voldoet, spreekt voor zich. Dat geldt natuurlijk ook voor beoogd president-directeur Richard Doornbosch.

Zoals gezegd, de Nederlandse regering vraagt bij monde van staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties veel en Nederland draagt dan ook substantieel bij. Zelfs mét de liquiditeitssteun gaat Curaçao een ongekend zware tijd tegemoet, waarbij iedereen op een bepaalde manier moet inleveren. Zónder die hulp is volgende maand sprake van een negatieve kaspositie van 354 miljoen gulden. Ofwel, in de woorden van waarnemend minister van Algemene Zaken Quincy Girigorie (PAR): de gevolgen zullen vergelijkbaar zijn met de impact van een ‘tsunami’, waarbij alles plat komt te liggen.

Winst van het beraad van de regering met de sectoren gisteren in het World Trade Center (WTC) is de erkenning dat tot nu toe wat betreft de sociaaleconomische en financiële kant van de coronacrisis eerder ‘niet snel genoeg’ is gehandeld. En ook het inzicht dat ‘mét of zonder hulp van Nederland’ het implementeren van structurele hervormingen, die het afgelopen decennium al hadden moeten zijn doorgevoerd, noodzakelijk is. ,,Nu of nooit”, aldus de bewindsman die zijn partijgenoot premier Eugene Rhuggenaath tijdelijk vervangt.

 

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.