Met het besluit dat overheids-nv Refinería di Kòrsou bijna 54 miljoen moet betalen aan een andere overheids-nv, energiebedrijf Aqualectra, wordt een eerdere foute handeling van het kabinet Schotte ‘rechtgezet’.
Er wordt alsnog recht gedaan aan de vergoeding voor de overdracht van de aandelen Aqualectra in de BOO-krachtcentrale, die onder de toenmalige regering ‘om niet’ in handen kwamen van RdK. Belangrijk is ook dat hiermee nutsbedrijf Aqualectra wordt geherkapitaliseerd, waarmee de financierbaarheid van het water- en stroombedrijf wordt verbeterd. Die financierbaarheid door commerciële financiële instellingen is dringend noodzakelijk om Aqualectra te moderniseren en uit de financiële coma te doen ontwaken.
De 54 miljoen is overigens minder dan waar een paar weken terug nog rekening mee werd gehouden, namelijk circa 65 miljoen gulden die RdK aan Aqualectra moest voldoen. Cruciaal is echter dat het besluit ten tijde van Schotte van een symbolische gulden voor de aandelen wordt teruggedraaid. Al ten tijde van de interim-regering Betrian - de regering tussen het ontslagen kabinet Schotte (MFK/PS/MAN) en het huidige transitiekabinet Hodge (PS/PAIS/PNP/Sulvaran) - werd door de ministerraad besloten dat Aqualectra alsnog de ‘fair market value’ van de aandelen van Integrated Utility Holding (IUH), zoals Aqualectra officieel heet, in BOO ten tijde van de overdracht om niet aan RdK vergoed zou moeten krijgen. Een en ander geeft aan dat zowel Betrian als Hodge van oordeel is dat de overdracht om niet een ‘foute transactie’ was; indertijd, ondanks duidelijke adviezen om het niet te doen, er doorheen gedrukt door de toenmalige vertegenwoordiger van de overheid.
De overheid (lees: regering Schotte) en adviseurs (onder anderen advocaat Eric de Vries van HBN Law) hadden bij de constatering dat BOO ‘geen waarde had’ enkel gekeken naar de technische staat en kennelijk geen rekening gehouden met de aanzienlijke contractwaarde; de Isla-raffinaderij betaalt tot 2019 jaarlijks bijna 40 miljoen dollar aan Curaçao Utility Company Holdings (CUC Holdings, tegenwoordig Curaçao Refinery Utilities, CRU) voor BOO-producten (stroom, stoom, lucht en luchtdruk). Ook is geen of onvoldoende rekening gehouden met de ernstige financiële consequenties van deze overdracht om niet.
Zo berichtte het Antilliaans Dagblad in december 2012 dat Aqualectra op dat moment geen groen licht kreeg van accountant KPMG - vooralsnog geen goedkeurende verklaring - voor de jaarrekening 2010 (Aqualectra reageerde op deze berichtgeving met de mededeling dat ‘de accountant bezig is met het afronden met het controleproces’). Dat bleek uit een brief van KMPG Accountants op Curaçao gericht aan de directie (Darick Jonis was en is nog de enig overgebleven directeur, nadat de rest onder Schotte werd weggestuurd) en aan de Raad van Commissarissen (met aan het hoofd de in de ogen van het interim-kabinet Betrian en de transitieregering Hodge zeer omstreden, intussen aan de kant gezette, president-commissaris Oswald van der Dijs, aangesteld door de vorige regering Schotte).