Het is voor de overheidsbegroting en vooral de realisering ervan net als in het echte leven van elke individuele burger; er zijn meevallers en tegenvallers. Bij ’s lands schatkist gaat het helaas vaker om tegenvallers; dat er fors minder geld in het laatje komt dan de regelmatig veel te optimistische prognoses vooraf aangeven. De Uitvoeringsrapportage Q3-2012 - tot en met het derde kwartaal dus - van het ministerie van Financiën spreekt bij de opbrengsten uit belastingen van een aardige meevaller als het gaat om de winstbelasting, maar een forse tegenvaller wat betreft de bijzondere invoerrechten op de benzine. In het eerste geval, de meevaller aan winstbelasting, is eigenlijk sprake van een vergissing: gedacht was dat de effecten van het verlaagde tarief winstbelasting 2012 ook al dit jaar merkbaar zouden zijn, maar dat is natuurlijk pas in 2013 als wordt afgerekend over 2012. De tegenvaller bij de bijzondere invoerrechten op benzine is ook al ‘mensenwerk’, namelijk door het recente besluit om per 1 juli 2012 de invoerrechten verder te verlagen zonder daarmee rekening te houden in de Begroting 2012. Zo zijn er plussen en minnen; mee- en tegenvallers. Daar is op zich niets mis mee, mits de plussen de minnen maar in voldoende mate opvangen en er per saldo sprake is van (ten minste) evenwicht. Vaker echter is er bij overheden de neiging om zich vooraf rijk te rekenen - hoge verwachtingen te hebben van de opbrengsten uit de diverse belastingsoorten - en/of geforceerd een (eerste) begroting in te dienen bij het parlement die sluitend is (lees: lijkt), om deze vervolgens te ‘repareren’ door middel van een, twee of zelfs drie aanvullende - zogeheten suppletoire - begrotingen. De begeleidende brief bij de Uitvoeringsnota over het derde kwartaal ‘onthult’ dan ook is dat de suppletoire begroting voor het dienstjaar 2012 uiterlijk op 15 augustus had moeten zijn ingediend, maar dat nu (drie maanden later, namelijk eind november) is besloten om deze tussenstap maar over te slaan en alle wijzigingen in een allesomvattende suppletoire op te nemen. Dat op zich is al een ‘tegenvaller’, want aangepaste begrotingen zijn er natuurlijk niet om deze achteraf - of als het jaar er al bijna helemaal op zit - bij te stellen, maar juist om de uitvoering zo vroeg en tijdig mogelijk bij te sturen. Met de inwerkingtreding van de supervisie door het College financieel toezicht (Cft) is er veel meer aandacht gekomen voor überhaupt overheidsbegrotingen; in wezen jaarlijks de belangrijkste wet, die verantwoording geeft over de te besteden algemene middelen. Of ze realistisch en dus haalbaar zijn. Of ze tijdig zijn ingediend. En vooral, of ze in evenwicht zijn en dus dat er niet meer wordt uitgegeven dan er inkomsten zijn. Dit besef is winst (een ‘meevaller’ dus), want naar de tijd van zich almaar opstapelde tekorten en dus huizenhoge staatsschulden, wil niemand meer terug of beter: zou niemand meer naar terug willen.
Wat de uitgebreide Uitvoeringsrapportage ook vrij nauwkeurig beschrijft, is het tempo waarin de economie groeit, krimpt of stationair draait. Alle prognoses, tussentijdse voorspellingen en zelfs terugblikken over de ontwikkeling van het BBP (bruto binnenlands product, ofwel de omvang van de hele economie gedurende een jaar) ten spijt, de omzetbelasting (ob) geeft een betrouwbaar beeld van de toe- of afname van de economische bedrijvigheid. En de uitkomst ervan snoert gelijk anderen die anders beweren - vaak zijn dat politici, die al dan niet aan de macht zijn of in de oppositie zitten - de mond. Uit met name de ob en de invoerrechten gedurende een bepaalde periode kan in relatie tot hetzelfde tijdvak een jaar eerder, en rekening houdend met de conjunctuurgevoeligheid van deze belastingmiddelen, een reëel beeld voor de groei of terugval van de economische bedrijvigheid worden afgeleid. Dat is van groot belang omdat die ‘economische groei’ weer (grotendeels) bepalend is of de ramingen van de ontvangsten en uitgaven in de overheidbegroting gerealiseerd worden. Dus of er sprake zal zijn van mee- of tegenvallers. Het is zaak dat de overheid zelf zo min mogelijk negatief van invloed is op de economie. Een gebalanceerd overheidsbeleid, waarbij de structurele problemen worden aangepakt en het investeringsklimaat aantrekkelijker wordt gemaakt, werken meevallers in de hand. Dit alles níet doen en tevens het lang laten voortduren van politieke onduidelijkheid bijvoorbeeld na verkiezingen zal de economische ontwikkeling (verder) afremmen en bevordert dus... tegenvallers.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.