Looney Tunes
Op zich was het toe te juichen dat de minister had aangekondigd tekst en uitleg te willen komen geven - en is het tegelijk een zorgelijke en tevens kwalijke zaak dat het parlement zelf niet nadrukkelijk verantwoording had verzocht, in tegenstelling tot de Tweede Kamer in Den Haag, die onmiddellijk vragen stelde over deze heikele kwestie op Curaçao. Wat dat betreft valt ook oppositiepartijen PNP, FOL en natuurlijk PAR voorop te verwijten dat ze maar lukraak, ongecoördineerd en dus weinig strategisch om zich heen schieten en als opposanten - fundamenteel voor een democratie - erg pover scoren. Want het betreft hier een buitengewoon ernstige en maatschappelijk belangrijke zaak. Daarom had van de politiek verantwoordelijke minister verwacht mogen worden dat hij zijn huiswerk veel beter zou hebben gedaan; door te vertellen hoe dit toch mogelijk was en vooral wat hij als politiek bestuurder van Financiën doet om dit in de toekomst te voorkomen. In plaats daarvan noemde hij een ambtenaar die er vermoedelijk bij betrokken is met naam en toenaam, alsof deze al schuldig was bevonden, terwijl het justitieel onderzoek nog loopt. En voor wat betreft te nemen maatregelen legt hij de bal bij de Staten, die hem ‘instructie’ zouden moeten geven hoe de beveiliging bij de Belastingdienst beter moet, terwijl dit natuurlijk allereerst een ministeriële en ambtelijke verantwoordelijkheid is. Ook zette hij de Statenzaal even om in een rechtszaal met de opsomming van allerlei artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, de daarmee samenhangende gevangenisstraffen en boetes bij overtreding, en ontbrak het nog maar net aan het uitspreken van een veroordeling.
De parlementariërs - van oppositie noch coalitie - en daarmee de burgers van Curaçao zijn hier niets mee opgeschoten. Terecht werd daarom zelfs uit de eigen Statengelederen opgemerkt dat de uitleg van de minister ‘tegenvalt’ en daarmee dus tekortschiet. Op de vraag of de uitgelekte fiscale informatie, nota bene van de minister zelf als persoon (en niet als bedrijf, zoals zijn partijgenoot premier Schotte in oktober 2011 in de Staten verklaarde, want het betreft inkomstenbelasting) authentiek was, bleef Jamaloodin het antwoord schuldig. Alles wijst er echter op dat het wel degelijk juiste gegevens waren. Zo niet, dan zou hij sinds het uitlekken medio december anders hebben gereageerd. En hoe buitengewoon afkeurenswaardig de wijze waarop het een en ander op straat is gekomen ook is, het is eveneens zeer zorgelijk dat niemand minder dan de minister van Financiën zelf een miljoen aan belastingschuld heeft. De bewindsman wilde het echter alleen hebben over de vorm en geheel niet over de inhoud. In een ultieme tegenaanval daagde hij de acht Statenleden van de grootste oppositiefractie uit om de vergadering daar en dan te schorsen, een machtiging te tekenen voor de Ontvanger om ook hun persoonlijke belastinggegevens te kunnen openbaren. Populistisch, want bij de snèk klinkt zoiets wellicht stoer. Maar in het huis van de volksvertegenwoordiging is dit onministerieel. Daar ging het hele debat nu juist over: vertrouwelijke belastinginformatie behoort niet op straat.