Wéér een jaar voorbij. Een jaar waarin opnieuw veel is gebeurd. Het was vooral ‘het jaar na de coronacrisisjaren’. Veel werd dit jaar daarom vergeleken met ‘pre-corona’, omdat 2020 en 2021 geen normale jaren waren; vooral als het gaat om macro-economische prestaties. 

Over economie gesproken: Curaçao registreert dit jaar een reële groei van 5,9 procent; zelfs iets méér dan vooraf ingeschat. Het is bijna ongekend, na jaren van stagnatie, recessie en zelfs diepe krimp. Dat is bemoedigend, maar zeker niet iets (voor de politiek) om zich voor op de borst te kloppen. Economische opleving kon haast niet uitblijven na de dip met zo’n 20 procent; en - vooral - hiermee is de terugval nog verre van ‘goedgemaakt’. Maar het eiland is de goede weg ingeslagen. Wel is de hoge (internationale) inflatie de grootste vijand van elke consument en spaarder. De gerealiseerde groei wordt feitelijk opgegeten en de koopkracht aangetast. Vandaar het terechte advies vanuit de Centrale Bank CBCS om - ter bestrijding van werkloosheid, ongelijkheid en armoede - meer te doen aan ‘inclusieve groeiaanpak’. Armoedebestrijding kwam het afgelopen jaar vaker in het vizier; lokaal, en - gelukkig - ook vanuit politiek Den Haag. Een goede zaak, want bij een duurzaam Koninkrijksverband hoort zeker ook minder ongelijkheid tussen het Europese en Caribische deel. Dat het Nederlandse kabinet-Rutte formeel excuses heeft uitgesproken voor het afschuwelijke slavernijverleden op de eilanden, in de vorm van ‘een komma en niet een punt’, zal hopelijk bijdragen aan meer en betere dialoog tussen landen en mensen in de landen. Die dialoog is hard nodig, want de uitdagingen zijn veel en groot. Steeds duidelijker wordt dat vandaag de dag kleine gemeenschappen het alléén nauwelijks tot niet kunnen bolwerken en geïsoleerd en achteropraken als er geen aansluiting is. Hoewel voorbij, heeft de covid-pandemie met name dát duidelijk gemaakt. Al met al is er reden voor optimisme, met de kanttekening dat er nog wel veel (hervorming)-huiswerk ligt te wachten.
De medewerkers van het Antilliaans Dagblad - van bezorging, administratie, advertentie tot vormgeving, redactie en correspondenten - hebben het werk in 2022 weer met veel plezier en vol overtuiging gedaan. Aan alle lezers: een Bon Aña Nobo