De essentie van het steunpakket moet zijn ‘behoud van de werkgelegenheid’. Onder de huidige crisisomstandigheden moet de overheid niet de werknemers, maar de bedrijven ‘steunen’; zo blijft de bedrijveninfrastructuur intact, behouden werknemers en huishoudens hun inkomen, stort de consumptie niet in, en kunnen ondernemingen en huishoudens hun rekeningen (blijven) betalen. Op basis van input van deskundigen komt het Antilliaans Dagblad met de volgende hoofdlijnen voor een steunpakket ter stabilisering van de economie in verband met de coronacrisis:
Na de presentatie maandagavond (van de eerste fase; met vooral tegemoetkomingen in de belastingsfeer) is het wachten nu op de ontvouwing door de regering-Rhuggenaath van het daadwerkelijke economisch plan, om de economische effecten van de coronacrisis te ‘mitigeren’. Natuurlijk zijn daar middelen voor nodig die nergens anders dan vanuit Nederland moeten komen. Die aanvraag voor steun ligt al in Den Haag. Maar ter onderbouwing van de aanvraag moet de regering toch een plan hebben (klaarliggen)?
Het feit dat er nog geen expliciet antwoord is op die hulpvraag hoeft de regering er niet van te weerhouden de gemeenschap reeds nu te informeren over wat en hoe de regering van plan is de gevolgen van de coronapandemie voor Curaçao het hoofd te bieden. In een crisis van deze omvang is het met het oog op het vertrouwen van de gemeenschap zaak om deze zo snel mogelijk te informeren over de voorgestane aanpak van de gevolgen van de crisis.
Kortom: wat zijn de concrete doelstellingen onderliggend aan het verzoek dat de regering bij de Rijksministerraad (RMR) heeft ingediend?!
Hopelijk gaat de regering niet proberen het wiel opnieuw uit te vinden en kijkt het kabinet naar de doelstelling en strategie die de Europese landen en de Verenigde Staten hierin volgen. Grondgedachte daarbij is: je moet niet de werknemers maar de bedrijven steunen. Dat bedrijven en huishoudens hun rekeningen (kunnen) blijven betalen is óók van belang voor de stabiliteit van de bankensector, namelijk dat rente- en aflossingsbetalingen niet gaan haperen en banken daardoor in de problemen komen.
Wat doet Nederland? ,,De crisis veroorzaakt een schok aan zowel de aanbod- als de vraagzijde. Een recessie in de industrie valt samen met een recessie in de consumptie. Gezonde bedrijven met een goed bedrijfsmodel staan door ernstige liquiditeitsproblemen plotseling op de rand van de afgrond. Zonder massale staatssteun zouden veel bedrijven over de kop gaan, de werkloosheid snel stijgen, de consumptie stagneren en de crisis escaleren. Liquiditeitssteun in de vorm van leningen, garanties en belastinguitstel en uitkeringen ter verlaging van de arbeidskosten zijn belangrijke maatregelen om de situatie te stabiliseren.”
Nederland heeft als steunpakket: Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW).
Doel NOW: stabilisering van de economie en bankensector. De NOW is bedoeld om werkgevers die te maken hebben met omzetverlies tegemoet te komen. Hierdoor kunnen werkgevers hun werknemers met een vast en met een flexibel contract doorbetalen. De regelingen onder de NOW moeten nog in detail worden uitgewerkt en worden eind maart bekendgemaakt, maar de regering heeft nu al de grondgedachte en hoofdlijnen van de noodmaatregel gepubliceerd.
Ook zijn er in Europees verband afspraken gemaakt hoe bij de toepassing van de steunpakketten om te gaan met verdragsbepalingen die hierin als beperkend zouden kunnen werken (met name het Groei- en Stabiliteitspact, ten aanzien waarvan nu ‘volledige flexibiliteit’ onderling is afgesproken); grondhouding hierbij: ,,We will do what ever it takes…”
Hoofdlijnen NOW (voorwaarden): a. Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt; b. De aanvrager verwacht ten minste 20 procent omzetverlies; c. De aanvraag geldt voor een periode van drie maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens drie maanden (aan de verlenging kunnen extra voorwaarden worden gesteld); d. De regeling geldt voor omzetdalingen vanaf 1 maart 2020; e. De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90 procent van de loonsom. Hieronder enkele voorbeelden waarin de relatie tussen omzetdaling en hoogte van de tegemoetkoming is uitgewerkt:
- Indien 100 procent van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90 procent van de loonsom van een werkgever.
- Indien 50 procent van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45 procent van de loonsom van een werkgever.
- Indien 25 procent van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5 procent van de loonsom van de werkgever. f. Op basis van de aanvraag zal het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) een voorschot verstrekken ter hoogte van 80 procent van de verwachte tegemoetkoming. g. Achteraf wordt vastgesteld wat de werkelijke daling in de omzet is geweest.
De bedoeling van de steunpakketten wordt nergens beter verwoord dan in de onlangs gehouden nationale speech van de Franse president Macron, waarin hij stelde: ,,Er mag geen enkel gezond bedrijf failliet gaan als gevolg van de coronacrisis!” Waar de Nederlandse regeling zich hoofdzakelijk richt op een tegemoetkoming in de loonkosten, gaat het Franse pakket zelfs verder: er is de bereidheid om zelfs in andere vaste verplichtingen tegemoet te komen, zoals utiliteitsrekeningen en huur.
De Curaçaose regering, die voor afgelopen maandag hoge verwachtingen had geschapen, doet er verstandig aan in deze crisis zeer snel - as soon as possible (ASAP) - het publiek in te lichten over het economisch plan; dit in verband met het vertrouwen van de gemeenschap en de sociale rust die noodzakelijk is. Het is voor iedereen evident dat het niet anders kan dan dat Nederland bijspringt.