Een deel van de supermarkten en distributeurs van levensmiddelen heeft, naar nu blijkt, de (vorige) minister van Economische Ontwikkeling laten weten dat de stringente controles door MEO een ‘nare smaak’ hebben achtergelaten. Voor zover sprake is van een nare smaak is dat zeker niet iets waar alléén de leveranciers van etens- en drinkwaren last van hebben. Het is vooral de consument die reden heeft tot klagen en bezorgdheid. De afgelopen periode zijn na controles te veel situaties blootgelegd van gevallen waarbij de houdbaarheidsdatum en de etikettering op grote schaal aan de laars werden gelapt en waarbij ook grote partijen moesten worden vernietigd. Het blijkt niet om incidenten te gaan, want er zijn diverse ondernemingen - klein en groot - die de wet overtreden. Dat heeft een grote deuk geslagen in het vertrouwen van afnemers, in de kwaliteit van de producten die zij dagelijks letterlijk tot zich nemen. Het is allereerst aan de supermarkten en distributeurs zélf om hier iets aan te doen en het vertrouwen te herwinnen. Weliswaar roepen zij in koor voorstander te zijn van ‘meer controles’, maar sommigen beklagen zich over de wijze waarop MEO bij die controles te werk gaat. Die zou ervoor hebben gezorgd dat de ondernemers bij voorbaat verdacht zijn en beticht worden. Stel, dat de voedsel- en drankleveranciers (deels) gelijk hebben, en dat zij inderdaad op voorhand een stempel opgedrukt krijgen omdat de informatie ongenuanceerd naar buiten wordt gebracht, dan nóg is het primair aan de branche om preventief zelfcorrigerend op te treden. Slagen zij hier niet in, dan hebben ze ook geen recht van spreken. Telkens als weer blijkt dat er iets mis is met de kwaliteit, dan is dat olie op het vuur waar zij en niemand anders verantwoordelijk voor zijn. Voor een klein deel van de bevolking voldoende reden om voor de winkel te manifesteren, maar voor verreweg de meeste anderen om argwanend blikjes, flesjes, pakjes en potjes om te draaien. Excuses alléén zijn dan niet voldoende. Elke toko, supermarkt en distributeur is nu gewaarschuwd. Schappen en voorraad moeten opgeschoond worden, werkplaatsen en keukens gereinigd en de papieren in orde. Dat kunnen en moeten alleen de bedrijven zélf doen. Zo niet, afgedwongen met boetes, waarschuwingen, tijdelijke en definitieve sluiting. De volksgezondheid is in het geding en dan gelden geen ‘verzachtende omstandigheden’. De overkoepelende werkgeversorganisatie, de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC), normaliter er als de kippen bij om constructief kritisch van zich te laten horen, mag ook nu het heldere en enige juiste standpunt innemen, namelijk dat niet getornd mag worden aan de betrouwbaarheid van levensmiddelen. MEO en de overheid zijn goed bezig door handhavend op te treden, iets waar het lang aan ontbrak. Het daarbovenop inzetten van speciale onderzoeksteams met ook deelname van Financiën, Gezondheid én Justitie is een signaal dat het zo niet langer kan. De consument, tot slot, is echter niet weerloos en bezit het krachtigste wapen: hij bepaalt of de ‘nare smaak’ gevolgen heeft voor zijn koopgedrag en het al dan niet mijden van bepaalde winkels en leveranciers.