ANALYSE
De ‘spoedvergadering’ van de Staten over het zikavirus - hét onderwerp waar momenteel zo’n beetje de hele wereld over praat - eindigde maandag in teleurstelling maar vooral verbijstering. Aan het begin van het debat gaf PS-minister Siegfried Victorina van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) nog de algemene stand van zaken weer: vier geregistreerde gevallen van zika op het eiland, een reeks ‘risicovolle zones’ op Curaçao, plus 3.000 geconstateerde broedplaatsen. Victorina kondigde daarna aan dat de informatiecampagne van de overheid over een maand geïntensiveerd zal worden. Over een maand. De ironie wil dat op dezelfde dag dat de minister dit aankondigde, de World Health Organisation (WHO) naar aanleiding van het zikavirus de situatie kenmerkte als een wereldwijde noodtoestand. Misschien was dat nieuws op dat moment nog aan de aandacht van de minister ontsnapt. Maar oppositielid Charles Cooper (MAN) verwees in zijn spreekronde nadrukkelijk naar de site van nieuwszender BBC waarop de laatste berichten over de internationale noodsituatie waren geplaatst. Na de eerste vragenronde vroeg de minister tot grote verbazing van volgers van het debat de Staten twee weken de tijd voor het beantwoorden van de vragen. Twee weken.Men kan zich afvragen door wat voor adviseurs de minister van GMN wordt omringd. Wat de reden is dat niemand de bewindsman influisterde dat het in een noodsituatie not done is om prangende vragen nog maar even niet te beantwoorden. Een crisissituatie schreeuwt om daadkracht, om bewindslieden met een &sense of urgency. Ministers die de angst bij de bevolking weg weten te nemen door hun visie en met resoluut optreden. Waarschijnlijk vonden dezelfde adviseurs van de minister, en met hen de voltallige ministerraad, dat het vorige week niet nodig was om bij de wekelijkse persconferentie in Fòrti aandacht aan zika te besteden. Er was vorige week donderdag overigens überhaupt geen persconferentie van de ministerraad. En dat in een week waarin zika op álle continenten het nieuws bepaalde. Maar de Staten treffen net zo zeer blaam als de stuntelende minister, die na het debacle van maandag de moeilijke opgave heeft om te bewijzen dat hij de juiste persoon op de juiste plek is. De parlementariërs lieten zich zonder morren door de bestuurder met een kluitje in het riet sturen. Alle Statenleden inclusief voorzitter Mike Franco (PAIS) hadden de mogelijkheid om te protesteren tegen de handelwijze van de minister, die de antwoorden - ondanks de ernst van de situatie - op de lange baan schoof. De volksvertegenwoordigers hadden dat via een zogeheten voorstel van orde kunnen doen. Gelet op de bezorgdheid over het zikaprobleem, hadden de leden er bij Victorina op kunnen aandringen om op zijn minst de meest klemmende (voorlopig) vragen te beantwoorden. Zoals de cruciale vraag bijvoorbeeld wáár de zogenoemde risicozones zich dan bevinden. Als een Statenlid zo’n voorstel van orde had gedaan, had de voorzitter dit aan de deelnemers van de vergadering kunnen voorleggen om na te gaan of er steun hiervoor was. Maar het bleef akelig stil in het parlement. Het parlement, de waakhond van de democratie, kwispelde niet eens met de staart, laat staan dat er geblaft werd. Waren de oppositie- en coalitieleden inderdaad oprecht bezorgd over de gang van zaken, zoals zij dat aan de hand van vragen afgelopen maandag aan de minister duidelijk probeerden te maken? Waren zij gewoonweg te beduusd van het feit dat de bewindsman doodleuk veertien dagen denktijd verzocht? Of was het niet meer dan een ordinair politiek spelletje? Met de opstelling van de minister en de Staten heeft de parlementaire democratie van het eiland zichzelf niet van haar beste kant laten zien. Minister Victorina heeft met zijn optreden onvoldoende achting voor de volksvertegenwoordiging getoond. De volksvertegenwoordiging heeft op haar beurt de burgers als een baksteen laten vallen. Met zulke vrienden heeft het volk geen vijanden nodig.