Analyse
Opnieuw lijkt een poging gestrand om een toelatingsregeling te ontwerpen voor Antillianen die zich in Nederland willen vestigen. De Raad van State (RvS) adviseert negatief over een initiatiefwetsvoorstel van VVD Tweede Kamerlid André Bosman. Een aangepast voorstel, want over het oorspronkelijke ontwerp adviseerde de RvS vorig jaar al negatief. Aan de Caribische zijde van het Koninkrijk en bij Antilliaanse belangenorganisaties in Nederland gaat voor de zoveelste keer voorzichtig de vlag uit, want keer op keer stranden plannen om de toegang van Antillianen tot Nederland te beperken, maar keer op keer zijn er ook weer nieuwe pogingen om een toegangsregeling in te voeren.
Bosman kennende laat hij het er ook nu niet bij zitten en zal hij zijn voorstel nog een keer aanpassen. Want de RvS mag dan negatief hebben geoordeeld over het voorliggende plan, in de politiek is er veel aanhang voor het idee om met name risicogroepen van de eilanden (die vooral uit Curaçao komen) de vrije toegang tot Nederland te ontzeggen. De discussie hierover loopt intussen al vele jaren. Aanvankelijk werd elk idee in die richting snel afgeserveerd omdat je geen onderscheid mag maken tussen Nederlanders op basis van afkomst. Maar de druk om iets te doen wordt steeds groter, vooral door toenemende overlast van vaak criminele Antilliaanse jongeren. In 2000 deed minister Rogier van Boxtel (D66) van Koninkrijkszaken een vergeefse poging om samen met de toenmalige Antilliaanse regering afspraken te maken over een soort inburgeringscursus voor kansarme jongeren. In 2001 onderzocht Van Boxtel op verzoek van de toenmalige Kamercommissie Antilliaanse Zaken (NAAZ) de mogelijkheid om met een toelatingsregeling te komen. Inclusief aparte paspoorten voor Antillianen. Van Boxtel kwam tot de conclusie dat het geen reële optie was. De argumenten klinken nog steeds bekend: onderscheid tussen Nederlanders kan niet, een toelatingsregeling is niet waterdicht en de maatregel zou buitenproportioneel zijn.
Serieuzer was de poging van minister Rita Verdonk (destijds VVD) voor Vreemdelingenzaken en Integratie in 2005. Zij wilde ‘kansloze’ jongeren uit de Antillen weren, omdat zij in veel steden voor problemen zorgden. Verdonk beweerde dat het juridisch mogelijk was en zette met steun van een meerderheid in de Tweede Kamer door. Ze zette daarmee de verhoudingen met de eilanden op scherp. In feite maakte Verdonk als eerste een einde aan het idee dat we in het Koninkrijk problemen samen oplossen. De Raad van State wees het voorstel af op basis van - opnieuw - onderscheid tussen Nederlanders, verschil in behandeling van Nederlanders en omdat het tegen Europese regelgeving was. Wel resulteerde deze poging in de sociale vormingsplicht, die in 2005 werd ingevoerd.
Ondanks het mislukken van alle pogingen blijft in Nederland de roep toenemen om een regeling in te voeren voor de toegang van Antillianen. Overleg over een Rijkswet Personenverkeer strandde op de weigering van Antilliaanse kant om daaraan mee te werken. Bosman kwam daarom met een initiatiefwet. Zoek de verschillen met eerdere pogingen. Ook hij denkt dat het mogelijk is om met een toelatingsregeling Antillianen de toegang tot Nederland te weigeren dan wel terug te sturen. Met name de partijen aan rechterkant van het politieke spectrum (PVV en VVD) doen erg hun best om duidelijk te maken dat er wel degelijk verschil is tussen Nederlanders. Maar ook vanuit het politieke midden neemt de roep toe. Bosman leek een meerderheid van de Tweede Kamer achter zijn wetsvoorstel te krijgen. De Raad van State maakt opnieuw duidelijk dat dit niet kan. Bosman dacht dat hij ermee weg kon komen door een regeling te ontwerpen die de toelatingsregeling van Nederlanders op de eilanden min of meer spiegelde. De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie waarschuwde voor ‘racial profiling’. Bosman probeerde het door zijn voorstel toe te spitsen op mensen met een strafblad of onvoldoende opleiding. Het mag allemaal niet baten, vindt Raad van State. De toelatingsregeling is wat het hoogste adviescollege betreft niet toelaatbaar. Op basis van Europese regelgeving, maar de RvS wijst er ook nog eens op dat de toelating van Europese Nederlanders op de eilanden een ander verhaal is. Die is ooit - nota bene door Nederland - ingevoerd om de economie te beschermen. Daarmee ontneemt de RvS het misschien wel belangrijkste argument van Bosman om de regeling te kunnen invoeren: wederkerigheid. Maar daarvan is dus volgens de RvS geen sprake.
Zou de Nederlandse politiek na ruim tien jaar zijn les leren en afzien van pogingen om Antillianen selectief toe te laten? Het valt te betwijfelen. De VVD en PVV, maar inmiddels ook meer gematigde partijen, willen een regeling. De Antillianen zijn niet populair in Nederland, maar de rechtse partijen lijken er een sport van te maken om ze dwars te zitten. Voor de Caribische partners is het misschien wel aan te raden om toenadering te zoeken en alsnog mee te denken over een Rijkswet Personenverkeer, waarop dan in ieder geval nog invloed kan worden uitgeoefend.