Rechter erkent taakverwaarlozing door BC

Van onze correspondent
Kralendijk - Dat het gerecht in eerste aanleg op 21 februari heeft geoordeeld dat het besluit tot indeplaatsstelling dat door Rijksvertegenwoordiger Jan Helmond op 15 november 22024 is genomen niet in stand kan blijven, betekent niet dat de rechter de noodzaak van het besluit afwijst. Integendeel, zo blijkt wanneer het volledige vonnis wordt doorgelezen.

Helmond is gewoon te snel geweest.
Met het besluit tot indeplaatsstelling nam Helmond de taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving bij Selibon Lagun tijdelijk over van het bestuurscollege (BC). Het BC was het niet eens met de actie van Helmond en stapte naar de rechter om het besluit ongedaan te maken. Het BC was onder meer van mening dat deze vergaande stap te snel is genomen en daar is de rechter het mee eens, zo blijkt uit het vonnis.
Rechter Sander Lanshage noemt het relevant dat er voor de stortplaats geen hindervergunning is aangevraagd of verleend. Ook relevant is het feit dat er door het BC nooit is gereageerd op de aanvraag uit december 2020 voor een vergunningswijziging die de plaatsing van een opslaginstallatie voor afgewerkte olie van in totaal 256 m3 mogelijk maakt. Ook op de aanvraag van 9 december 2022 voor een veranderingsvergunning voor een uitbreiding van de inrichting met tanks voor de opslag van afgewerkte olie, een depot voor klein chemisch afval, een glas-crusher, een slob-faciliteit en een destillatie-installatie is door het BC nooit beslist.

Gerecht: Sprake van taakverwaarlozing

Het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.