Verontrust bestuurscollege besluit tot vervolgonderzoeken
Van onze correspondent
Kralendijk - In de omgeving van de landfill bij Lagun zijn verhoogde concentraties lood aangetroffen.
Voor andere metalen waarvoor gezondheidskundige grenswaarden bestaan, worden deze in de buurt van de landfill bij Lagun niet overschreden. Analyses op de bodem en veegstof geven verder aan dat ook het risico door blootstelling aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) en dioxines niet verhoogd is.
Dit blijkt uit de definitieve MOD-rapportage van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat al op 19 december naar de afdeling Publieke Gezondheid van het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) is gestuurd. Het MOD komt in de rapportage met aanvullende adviezen hoe blootstelling aan lood kan worden voorkomen. Eerder, in februari 2024, heeft er al een uitstootmeting plaatsgevonden bij de uitlaat van de schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie (AVI) voor biomedisch afval. Deze is uitgevoerd door Environmental Compliance Limited (ECL). ,,De resultaten van deze rapporten bieden belangrijke inzichten in de impact op het milieu en de volksgezondheid en vormen de basis voor verdere actie”, zo laat het bestuurscollege (BC), dat zegt verontrust te zijn, weten.
Op 5 november is er in de avond een grote brand ontstaan op de afvalstortplaats van Selibon, locatie Lagun. Naar aanleiding van deze brand heeft de gezaghebber, als voorzitter van het eilandelijk beleidsteam, het RIVM om bijstand gevraagd. In overeenstemming met het OLB en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is besloten dat een monsternameteam van de Milieuongevallen Dienst (MOD) van het RIVM ter plaatse zou komen voor onderzoek om meer inzicht te krijgen in schadelijke stoffen die mogelijk in de omgeving terecht zijn gekomen na de brand. Hiervoor heeft het RIVM monsters genomen van bodem, vegetatie en depositie van stof op (gladde) oppervlakken, door middels van vegen in de omgeving van de afvalstortplaats.
Op 5 december is er al een tussentijdse rapportage toegestuurd. Hieruit bleek dat op alle bemonsterde locaties waarvoor een dioxine-analyse is gedaan, op vegetatie dioxines zijn aangetoond, in ieder geval tot 4 kilometer van de stortplaats. Op de achtergrondlocatie is de concentratie ongeveer een factor 7 of meer lager dan op de locaties in het (verwachte) verspreidingsgebied van de rook. Deze gemeten waarden zijn volgens het RIVM nog altijd hoger dan de norm voor gebruik als veevoeder. ,,Er bestaan echter wel onzekerheden met betrekking tot de gemeten dioxinegehaltes in de vegetatie en hoe zich dat verhoudt tot de brand van 5 november 2024 en de betekenis ervan voor de voedselketen. Eerdere branden kunnen hebben bijgedragen aan de depositie van dioxines op vegetatie”, aldus de onderzoekers. In de bodem- en veegmonsters zijn wel verhoogde concentraties van lood aangetroffen, mogelijk afkomstig van andere bronnen.
Naar aanleiding van de tussentijdse resultaten over dioxine op vegetatie had het OLB op de crisiswebsite gecommuniceerd over wat omwonenden kunnen doen om blootstelling aan dioxines te voorkomen. Naar aanleiding van de nieuwe resultaten is het volgens het RIVM wenselijk om de blootstelling aan lood zo laag mogelijk te houden. ,,Om de blootstelling van spelende kinderen aan lood via vervuilde oppervlakken en bodem te minimaliseren, is het belangrijk dat kinderen regelmatig hun handen wassen, vooral na het buiten spelen en voor het eten. Ook het speelgoed en andere voorwerpen die kinderen vaak gebruiken, moeten met regelmaat gereinigd worden, vooral als ze buiten worden gebruikt.”
De MOD adviseert om nieuwe depositie van dioxines, PAK’s en metalen in de omgeving te voorkomen. ,,Dit onderzoek is gericht op de afvalstortlocatie Lagun, aangezien daar in november een grote brand heeft gewoed. Echter, het verloop van de dioxineconcentraties in vegetatie - ook op andere locaties dan in de recente rookpluim - suggereert dat dioxines ook vanuit andere (verbrandings)bronnen gevormd zijn.” Geadviseerd wordt om de verschillende bronnen van dioxines op Bonaire in kaart te brengen en om maatregelen te treffen om de totale depositie van dioxines (en andere stoffen die vrijkomen bij branden) te voorkomen.
Op basis van de onderzoeksresultaten heeft het BC eerder al het gebruik van de afvalverbrandingsinstallatie (AVI) per direct opgeschort. De installatie zal niet meer in gebruik worden genomen. Daarnaast heeft het BC opdracht gegeven voor aanvullende onderzoeken om meer inzicht te verkrijgen in de mogelijke korte- en langetermijngevolgen voor de volksgezondheid. Ten slotte is er besloten om samen met het RIVM en andere kennispartners een breed onderzoeksprogramma te ontwikkelen om bronnen van vervuiling in kaart te brengen en maatregelen te nemen om verdere vervuiling te voorkomen.