Gedeputeerde zet vraagtekens bij de toegevoegde waarde van gezantschap
Van onze correspondent
Kralendijk - Gedeputeerde Clark Abraham zou tijdens een overleg met landen en gebieden overzee, de LGO, hebben aangegeven dat Bonaire het gezantschap voor Caribisch Nederland voor EU-fondsen, VN-fondsen en economische betrekkingen met Latijns-Amerika niet erkent. Abraham weerspreekt dit maar blijkt niet blij te zijn met het gezantschap.
De nieuwssite Dossier Koninkrijksrelatie (DK) meldde eergisteren op haar website dat Abraham tijdens het forum heeft aangegeven het gezantschap niet te erkennen en dat hij door demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen terecht is gewezen. Een woordvoerder van BZK bevestigde het verhaal desgevraagd tegenover het Antilliaans Dagblad maar de gedeputeerde heeft een heel andere lezing van het gebeuren.
Het LGO-forum waar Abraham en Van Huffelen aan deelnamen ging onder meer over voor de eilanden toegankelijke EU-fondsen. En laat dat nu precies de reden zijn waarom voormalig gezaghebber van Bonaire, Edison Rijna, op 18 april 2023 is begonnen met zijn werk als speciaal gezant. Hij moet zich als speciale vertegenwoordiger onder andere inzetten voor betere toegang tot fondsen van de Europese Unie (EU) en Verenigde Naties (VN) voor de eilanden van Caribisch Nederland. ,,Hij zal hiertoe de contacten met de Europese Commissie in Brussel en de regio en voor Caribisch Nederland relevante aan de VN gelieerde organisaties onderhouden en kansrijke projecten identificeren”, zo liet het ministerie een jaar geleden weten.
De verklaring van Abraham zal misschien een pijnlijk moment geweest zijn voor Van Huffelen, die vlak voor zijn toespraak ten overstaan van de zaal het gezantschap als voorbeeld van ‘good practice’ had genoemd. Maar volgens Abraham heeft ze het toch echt aan zichzelf te danken. ,,We hadden met de delegatie afgesproken dat dit forum niet de plek was om onze twijfels te uiten. Maar nadat de staatssecretaris in haar toespraak had gezegd dat de gezant voor de eilanden werkt kreeg ik hierover, tijdens een pauze, de nodige vragen van andere deelnemende ngo’s en vanuit de EU”, zo laat Abraham het Antilliaans Dagblad weten. Hem werd de vraag gesteld voor wie Rijna nu eigenlijk werkt. ,,In mijn speech, die meteen na de pauze volgde, heb ik kort proberen uit te leggen dat hij voor de Rijksoverheid werkt en niet voor de eilanden. Dat is alles.” Dat Van Huffelen op een later tijdstip duidelijk zou hebben gemaakt ‘dat de gezant voor alle drie de eilanden werkt’ klopt volgens hem niet.
Uit een verslag van 16 oktober 2023 blijkt dat gezant Rijna toen al met een groot aantal voor de economische ontwikkeling van Bonaire, Sint Eustatius en Saba relevante organisaties binnen en buiten het Koninkrijk - van ministeries tot EU-instituten - gesprekken had gevoerd om betrekkingen aan te knopen en gelijktijdig te verkennen waar nog niet benutte kansen liggen voor de eilanden. Maar volgens Abraham heeft het gezantschap, dat een half miljoen per jaar kost ‘voor anderhalve baan’, verder nog niet veel opgeleverd. Hij was en is er dan ook geen voorstander van maar dat betekent volgens hem niet dat hij het niet erkent. ,,Er is nooit van te voren overlegd met de eilanden over een gezantschap. Misschien heeft het voor Saba en Statia een meerwaarde vanwege de kleinschaligheid, maar voor Bonaire niet”, aldus Abraham die zegt dat ook de andere twee eilanden hun vraagtekens zetten bij deze constructie en de manier waarop het tot stand is gekomen.