Eilanden voeren eigenlijk provinciale taken uit
Van onze correspondent
Kralendijk - Volgens gedeputeerde van Bonaire Clark Abraham wordt de Haagse werkconferentie over de herziening van de WolBES en de FinBes het eerste echte politieke overleg in het herzieningstraject. Dit antwoordde hij deze week op vragen van het Nederlandse dagblad NRC. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen liet een ander geluid horen toen ze de Tweede Kamer op 12 februari schreef dat de bestuurscolleges en eilandsraden wel degelijk betrokken zijn bij de wetswijziging.
Van 3 tot 6 maart praten bestuurders en eilandsraadleden van de BES in Den Haag met Van Huffelen over het wetsvoorstel met betrekking tot de herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) en de herziening van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES). De staatssecretaris stelde op 12 februari, in reactie op vragen van Kamerlid Jan Paternotte (D66), dat er vele gesprekken en consultaties met de BES-eilanden zijn geweest over de herziening van de bestuurlijke taakverdeling tussen de eilanden en Den Haag. Ze gaf ook aan dat er een ‘gezamenlijke bereidheid is om intensiever overleg te voeren op politiek niveau’. Het Antilliaans dagblad berichtte hier gisteren over.
Oberon Nauta van DSP-groep die ondersteuning biedt bij verbetering en vernieuwing in de publieke sector, denkt dat Den Haag met de BES-eilanden voor een dilemma staat. „Je kan zeggen: je laat autonomie en zelfbeschikking prevaleren boven het waarborgen van goed bestuur. Of je zegt: we doen dat niet, want de samenleving is dan de klos’, aldus Nauta. Volgens hem komen met het nieuwe wetsvoorstel meer bevoegdheden bij het lokale bestuur te liggen. „Dat is zonder meer een geste van Den Haag. Maar vanwege het gebrek aan capaciteit en expertise bij de eilanden om complexe wetgevingstrajecten vorm te geven, is het enorm lastig ze echt inhoudelijk te committeren. Nu was het de facto: we zijn niet mét jullie aan het denken, maar vóór jullie aan het denken. Dat werkt niet lekker. Ik vind het positief dat Den Haag de dialoog weer opzoekt”, zo antwoord hij op vragen van NRC.
Abraham denkt dat de besprekingen in maart iets kunnen opleveren, al doet hij de huidige voorstellen af als ‘pleisters plakken’. Hij wil andere bestuurlijke verhoudingen. Volgens hem is er eerder nooit echt overleg geweest. „Hiervoor zagen we alleen ambtelijke evaluaties. De eilanden kregen daarna voorstellen uit Den Haag en niemand vroeg: wat vinden jullie er van?”, aldus Abraham. „Wij voeren extra provinciale taken uit met minder middelen dan Nederlandse gemeenten. Je kunt je afvragen of het wenselijk is dat de Eerste en Tweede Kamer op microniveau wetgeving voor de eilanden behandelen? Zij wonen hier niet, overzien de gevolgen niet. Ik zou zeggen: laat de lokale politiek het doen en zorg dat die erop afgerekend kan worden.”
Meerdere Caribische bestuurders geven volgens NRC aan voorstander te zijn van een provinciale bestuurslaag. Medio januari kwamen vertegenwoordigers van de drie eilanden bijeen op Sint Maarten, waar ze spraken over het opzetten van een Gemeenschappelijke Raad. Welke exacte vorm die moet krijgen, is nog niet duidelijk. Ook werden de eilanden het niet direct eens over een gezamenlijke strategie bij het overleg met staatssecretaris Van Huffelen in maart. ,,Er zijn inderdaad nog ‘verschillende gedachten’ over samenwerking”, erkent Abraham. „Maar er komen veel zaken op ons af en dan is wel beter om samen te werken.”