Van onze correspondent
Kralendijk - Geen Engelstalige tentoonstelling voor cruisetoeristen, maar een vaste postkoloniale expositie voor en door Bonairianen. Dat is het doel van een nieuw onderzoeksproject van het Terramar Museum, in samenwerking met de Universiteit Utrecht.

postkolonialeexpositieDocenten geschiedenis Gertjan Plets en Christianne Smit en studenten van de master Cultuurgeschiedenis en Erfgoed, werken samen met inwoners van Bonaire aan een nieuw verhaal rond het erfgoed van hun eiland. Plets en Smit coördineren het project vanuit de Universiteit Utrecht. ,,Het balletje is gaan rollen door een alumnus van de master Cultuurgeschiedenis en Erfgoed die bij Terramar werkte. Daardoor klopte het museum bij de universiteit aan met het verzoek om mee te denken over de hervorming van het museum”, aldus Plets. Het museum kreeg bovendien steun van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Smit denkt dat het een unieke opdracht is. ,,Een mooie kans ook. Het onderzoeksproject laat zien dat de uitwisseling van kennis over erfgoed, dekolonisatie en publieksgeschiedenis voor alle betrokken partijen van meerwaarde is. Dankzij de samenwerking met Terramar doen wij als docenten en studenten kennis op die nooit op die manier in het reguliere onderwijs verkregen kan worden.”
De studenten gaan samen met het museum en met de Bonairianen op zoek naar welke objecten écht iets zeggen over hun leven en geschiedenis.
Het onderzoeksproject is een voorbeeld van ‘community engaged learning’: ervaringsgericht onderwijs waarin studenten en docenten samen met maatschappelijke partners werken aan vraagstukken uit de samenleving.
Het team doet daarvoor onderzoek in Nederland met de Bonairianen die daar wonen en begin dit jaar start het onderzoek op Bonaire. Enora Stam is een van de studenten die gaan samenwerken met het Terramar Museum. Zij ziet dit project als een verrijking van haar studie: ,,Mijn interesse in de hedendaagse sporen van het koloniale verleden maakt dat ik dit project razend interessant vind. Het onderwerp van het project sluit daar naadloos op aan. In de gesprekken die we tot nu toe hebben gevoerd met mensen uit Bonaire heb ik al een heleboel dingen voorbij horen komen die mijn perspectief, kennis en interesses verrijken en uitdagen”, aldus Stam. Haar studiegenoot Marije Geerdes is het met haar eens en noemt de gesprekken die zij had met medewerkers van het museum heel waardevol: ,,Niet alleen om de opdracht goed vorm te geven, maar ook om onzekerheden bij ons als ‘witte studenten’ weg te nemen. Wij willen niet overkomen als de ‘Nederlanders’ die komen vertellen hoe het moet en dat is gelukkig helemaal niet het geval, bleek uit die gesprekken. Het is me duidelijk geworden hoe fijn het museum de samenwerking vindt en dat ook de Bonairiaanse bevolking daarvoor openstaat.”
Samen met Plets begeleidt Smit de studenten die in januari naar Bonaire vertrekken: ,,We concentreren op vier zaken: ten eerste verdiepen we ons in de geschiedenis van Bonaire en in relevante theorieën over erfgoed en dekolonisatie. Ten tweede gaan we in gesprek met de medewerkers van het museum en andere Bonairianen over hun kijk op de rol van het museum, de objecten en het beoogde publiek. Ook staan we stil bij persoonlijke en sociale elementen die een rol spelen bij een dergelijk samenwerkingsverband: welk beeld hebben wij als studenten en docenten van Bonaire, hoe is dat beeld gevormd, welke verwachtingen leven er? En tot slot zoeken de studenten mogelijke objecten voor het museum en leggen dit aan Terramar voor.”
Andersom kan de aanpak de Utrechtse onderzoekers het museum op een nieuwe manier naar zijn collectie laten kijken. Terramar zegt daarover in een eerder bericht dat op basis van dit onderzoek een reizende collectie wordt gemaakt. ,,Een nieuw verhaal, een nieuwe collectie, een ander perspectief dat het verhaal van Bonaire gaat vertellen. Toegankelijk voor het hele eiland. De collectie zal zich richten op 23 objecten die de verbinding laten zien tussen erfgoed en inwoners. Het onderzoeksproject laat zien dat de uitwisseling van kennis over erfgoed, dekolonisatie en publieksgeschiedenis voor alle betrokken partijen van meerwaarde is”, aldus Terramar.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.