Eilandsraad wordt te weinig betrokken bij zaken die het volk raken
Van onze correspondent
Kralendijk - De eilandsraad moet meer inbreng hebben bij het maken van wet- en regelgeving en bij het nemen van besluiten die een impact hebben op het leven op Bonaire. Dit schrijft de partijleider Daisy Coffie van Movementu 21 (M21) in een persbericht. Ze haakt hiermee aan bij de brief met dezelfde strekking die vorige week door de eilandsraad naar Den Haag is gestuurd.
Op dit moment wordt de eilandsraad volgens Coffie nog te veel buitengesloten wanneer het gaat om besluiten die het dagelijks leven van de inwoners raken. In september 2004 is gekozen voor een directe band met Nederland op grond van het subsidiariteitsprincipe. Dat betekent dat de onderverdeling van taken zou berusten op taken waar Nederland Bonaire bij helpt en taken die Bonaire zelf uitvoert. Dit is in 2006 bekrachtigd en in 2010 werd Bonaire een integraal deel van Nederland als Openbaar Lichaam. Vastgelegd werd dat, wanneer er wetten worden gemaakt, afgeweken kon worden van het Europese deel, gebaseerd op specifieke omstandigheden in de situatie van Bonaire (positieve differentiatie). Omdat het om de situatie op Bonaire gaat, is afgesproken dat dit in overleg met het bestuur moet gebeuren. En dat is volgens Coffie waar de schoen wringt. ,,Ons bestuur bestaat uit drie organen, namelijk: de gezaghebber, het bestuurscollege (BC) en de eilandsraad. Deze drie vormen samen het bestuur van dit eiland”, aldus Coffie die daarbij opmerkt dat de eilandsraad hierbij het hoogste orgaan is omdat die de leden van het BC benoemt en ontslaat, de beleidskaders vaststelt en daarbij de begroting met fondsen om beleid uit te voeren en de wetsverordeningen maakt.
Maar volgens M21 neemt het aantal gevallen toe waarbij de eilandsraad totaal buitengesloten wordt van besluiten die het volk dus raken. ,,De eilandraadsleden moeten dan via de media horen, lezen en zien dat die en die minister of staatssecretaris op Bonaire is om te vertellen over een of ander besluit dat in Den Haag genomen is of genomen gaat worden.” Ze zegt te begrijpen dat de uitwisseling van informatie in de eerste plaats op bestuursniveau plaatsvindt, tussen de ministeries en het BC, maar dat neemt volgens haar niet weg dat zowel het Nederlandse Parlement als de eilandsraad over deze ontwikkelingen geïnformeerd moeten worden. ,,De Nederlandse regering en het BC hebben een informatieplicht naar de volksvertegenwoordigers toe. Alleen op die manier kan de volksvertegenwoordiging haar toezichts- en controletaken uitvoeren met betrekking tot beleid en uitvoer van bestuursbeleid.”
De M21-fractie dringt erop aan dat er een Bureau Constitutionele Zaken en Rijksaangelegenheden komt en binnen de huidige portefeuilleverdeling van het BC een aparte portefeuille met deze titel. Tevens wordt erop aangedrongen om na 12 jaar directe band de inhoud en het functioneren van deze relatie en haar voor- of nadelen voor de Bonairiaanse bevolking te analyseren. De Commissie Spies heeft in 2015 een evaluatie gemaakt maar daarna is er volgens Coffie nooit meer iets van gehoord. M21 constateert een in alle lagen van de bevolking toenemende ontevredenheid omdat ze elke keer opnieuw met verrassingen worden geconfronteerd. ,,Zaken die jaren van voorbereiding hebben gevergd, wil Nederland ons nu in zeer korte tijd door de strot duwen en rond andere zaken die werkelijk noodzakelijk zijn voor de bevolking blijft men ronddraaien zonder een besluit te nemen.” Coffie doelt hiermee op het vaststellen van een sociaal minimum dat zich al 13 jaar voortsleept met als gevolg dat nog steeds 40 procent van onze bevolking in armoede leeft.