Meer aandacht voor eigen verdienvermogen Bonaire noodzakelijk
Van onze correspondent
Kralendijk - De economische prestaties van Bonaire zijn indrukwekkend en het eiland kan met recht de economische groeibriljant van de regio worden genoemd.
Terwijl de Caribische regio in de periode voor corona met circa een half procent gemiddeld per jaar groeide en kampte met een hoge werkloosheid, groeide de reële economie van Bonaire met gemiddeld 2,6 procent per jaar. Dit schrijft Koert van Buiren in een artikel in Bon Bini Bonaire.
Van Buiren is directeur van Economisch Bureau Amsterdam (EBA) en associate professor economie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wijst in het artikel op het feit dat de werkloosheid daalde naar 3,2 procent in 2018; de laagste werkloosheid van het Koninkrijk en van de Caribische regio. ,,Maar er zijn ook uitdagingen, zoals de hardnekkige armoede, de inkomensongelijkheid en het achterblijvende vermogen om duurzame en inclusieve groei te realiseren”, aldus van Buiren. Met gemiddeld 2,6 procent per jaar tussen 2010 en 2019 waren de economische prestaties van Bonaire volgens hem veel beter dan van zustereilanden Curaçao met -0,9 procent, Aruba (1,6 procent) en van de Caribische regio als geheel (0,7 procent). ,,In zekere mate profiteerde de bevolking daarvan: de werkloosheid daalde naar 3,2 procent, wat er op neer komt dat vrijwel de gehele beroepsgeschikte bevolking werkt.”
Bonaire behoort volgens Van Buiren inmiddels tot de rijkste eilanden van de regio: het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking bedroeg in 2019 25.509 dollar. Alleen Aruba, Sint Maarten, de Bahama’s en Puerto Rico kennen een hoger bbp per hoofd van de bevolking. De economie van Bonaire is volgens hem meer divers dan vaak wordt aangenomen. ,,De vijf grootste sectoren in termen van werkgelegenheid zijn vrijwel even groot en voorzien samen in circa twee derde van het totaalaantal banen op Bonaire. De horeca is in economisch belang afgenomen van 15,2 naar 12,6 procent van alle banen, terwijl de sector zakelijke diensten belangrijker is geworden.” De inkomens zijn echter ongelijk verdeeld op Bonaire, waarbij opvalt dat werkenden in de publieke sector veel beter af zijn dan werkenden in de marktsector, zo constateert hij. Het bruto jaarloon van ambtenaren is ruim twee keer hoger dan dat van mensen die in de groot- en detailhandel, de horeca en de zakelijke diensten werken. Ook in de zorg en sociale sector zijn de inkomens hoger dan in de marktsector. Niet alleen tussen sectoren, maar ook tussen huishoudens zijn inkomens scheef verdeeld.
Welvaart en welzijn zouden volgens hem, als de overheid haar werk goed doet, hand in hand moeten gaan en dat is deels het geval op Bonaire. Mensen zijn zich steeds veiliger gaan voelen, ervaren minder overlast in de buurt en zijn vaker tevreden met hun leven. ,,En toch is de armoede omvangrijk en hardnekkig. In 2019 heeft de Nederlandse regering het ‘ijkpunt sociaal minimum’ vastgesteld. Dit ijkpunt diende om beleid gericht op verhoging van inkomens en op verlaging van kosten van levensonderhoud te ontwikkelen zodanig dat huishoudens op of boven het sociaal minimum uitkomen. In 2020 leefde 29 procent van de huishoudens op Bonaire nog onder dit sociaal minimum; één achtste deel van de bevolking leefde in 2020 zelfs onder de helft van het sociaal minimum”, aldus Van Buiren, die concludeert dat het de overheid slechts gedeeltelijk lukt om welvaartsstijging om te zetten in verhoging van het welzijn van de gehele bevolking. Volgens hem zou er meer aandacht moeten worden besteed aan het ontwikkelen van het eigen verdienvermogen van Bonaire en het faciliteren van bedrijvigheid en werkgelegenheids- en loonontwikkeling in de marktsector. ,,Ten tweede moet de armoede effectief worden aangepakt. Dan doet Bonaire zijn naam van groeibriljant van de Caribische regio echt eer aan.”