Van onze correspondent
Kralendijk - De Eilandsraad wil dat in het regeerakkoord van het nieuw te vormen Nederlands kabinet wordt opgenomen dat zo spoedig mogelijk een sociaal minimum wordt vastgesteld voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, op basis van de werkelijke en noodzakelijke kosten van levensonderhoud.
,,Hangende het besluitvormings- en invoeringsproces dient aan burgers die dat behoeven een Caribische toeslag de worden gegeven, waarmee in de bestaanskosten kan worden voorzien.” Aldus de motie die op initiatief van Elvis Tjin Asjoe, fractieleider van de Movementu di Pueblo Boneriano (MPB), aan de Eilandsraad is gepresenteerd en unaniem is aangenomen. De motie zal, vergezeld van een dringende oproep, per brief onder de aandacht worden gebracht van de formateur en de betrokken fractieleiders in Nederland.
De motie bekritiseert de houding van Nederland ten opzichte van de bevolking van Caribisch Nederland. Op grond van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft ieder individu recht op een levenstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin en ook op voorzieningen in geval van onder meer werkloosheid, ziekte, invaliditeit of ouderdom. Daarnaast draagt de Nederlandse regering op basis van de Grondwet de verantwoordelijkheid voor de bestaanszekerheid van de bevolking en hebben Nederlanders die niet in hun bestaan kunnen voorzien recht op bijstand van overheidswege.
In 2017 is Nederland door het VN-comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) gewezen op haar verplichtingen inzake het en gemaand ervoor te zorgen dat alle inwoners van Nederland volledige bescherming van economische en sociale rechten genieten. Toch heeft de Nederlandse regering volgens de Eilandsraad alleen voor het Europese deel van Nederland een sociaal minimum vastgesteld dat tot grondslag dient voor minimumlonen en uitkeringen. Nederland stelt voor de BES-eilanden geen sociaal minimum vast met als argument de vrees voor de aanzuigende werking en verslechterende concurrentieverhouding. Maar deze argumenten houden volgens de motie geen steek. Nederland past daarmee een niet-noodzakelijke en niet-overtuigend beargumenteerde differentiatie toe tussen het Europese deel van Nederland enerzijds en in het Caribische deel anderzijds, aldus de motie. Daardoor leeft een groot deel van de bevolking van de drie eilanden onder de armoedegrens en daarmee schendt Nederland volgens de Eilandsraad haar door de wet en verdragsrecht opgelegde zorgplicht al sinds 10 oktober 2010.
Ondanks dat de Nederlandse regering in 2018 onderzoek heeft laten doen naar de kosten van bestaan op de eilanden, worden de uitkomsten daarvan niet vertaald in het vaststellen van een sociaal minimum gebaseerd op de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. In plaats daarvan worden zogenaamde ‘ijkpunten’ benoemd, waar de lonen en uitkeringen naar toe moeten groeien. Dat heeft volgens de motie tot nu toe niet of slechts uiterst marginaal geleid tot een verbetering van de inkomenspositie en koopkracht bij de bevolking van de eilanden. Daarmee houdt Nederland willens en wetens al jaren een ongelijke behandeling tussen de bevolking in het Europese deel van Nederland en de bevolking in het Caribische deel in stand. Omdat de Eilandsraad verwacht dat het huidige demissionaire kabinet haar beleid inzake de invoering van een sociaal minimum in Caribisch Nederland niet meer zal wijzigen, vraagt zij de nieuw te vormen regering de ongelijke behandeling van haar burgers in Caribisch Nederland ten opzichte van de burgers in Europees Nederland zo spoedig mogelijk op te heffen en alsnog een sociaal minimum in te voeren gebaseerd op de werkelijke kosten van bestaan.