Van een onzer verslaggevers
Kralendijk - In het bestuursakkoord tussen Nederland en Bonaire is afgesproken dat deze maand het verbeterplan voor financieel beheer zou worden afgerond. Het College financieel toezicht (Cft) stelt met teleurstelling vast dat dit niet is gelukt.
Volgens het akkoord zou er een verbeterplan 2.0 worden gestart in augustus. Het doel daarvan is om een goedkeurende accountantsverklaring te krijgen over de jaarrekening 2021. Maar dan moet eerst het oude plan worden afgerond en dat is nu al uitgesteld tot juni 2019.
Dat schrijft Cft-voorzitter Raymond Gradus in een reactie op de vierde uitvoeringsrapportage (UR) van Bonaire over 2018. De deadlines voor het oude verbeterplan zijn daarin verschoven naar juni. Enkele redenen voor dit uitstel zijn het ontbreken van ICT-capaciteit en van de automatisering van de belastingopbrengsten. Over dit laatste schrijft Gradus dat dit van groot belang is, ‘zodat eventuele aanbevelingen mee worden genomen in het verbeterplan 2.0’.
Het Cft heeft ook nog een opmerking over het subsidiebeleid dat pas in juni wordt opgeleverd. Uit de UR blijkt dat er minder aan subsidies is uitgegeven dan was begroot, omdat enkele organisaties inactief bleken te zijn. Gradus vraagt aandacht voor een goed beheer en dat op te nemen in het nieuwe verbeterplan.
Er zijn ook enkele onderdelen van de oude verbeterplan wel op tijd afgerond, maar ook hiervan staan nog acties open. Het Cft dringt onder andere aan op een spoedige inning van achterstallige belastingen via de deurwaarder. Er is ook vooruitgang in de rapportagemethode.
Het is een vaste opmerking van het Cft dat wordt aangedrongen op tijdige aanlevering van de jaarrekening. Die van 2016 en 2017 waren niet op tijd. Voor 2018 is dat ook belangrijk om het overschot op de begroting een nieuwe bestemming te kunnen geven, bijvoorbeeld voor de uitvoering van het bestuursakkoord.
Bonaire heeft naar het zich laat aanzien een overschot van 12,1 miljoen dollar gerealiseerd in 2018 bij 59,8 miljoen dollar aan baten en 47,7 miljoen aan lasten. Dat is overigens niet zo gunstig als het lijkt, want het komt door onderbesteding. Het Cft had na de vorige UR al geadviseerd hiervoor een begrotingswijziging op te stellen voor de realisatie van de beleidsvoornemens. Dat wordt nu nog belangrijker.
Er waren in 2018 meer belastingopbrengsten (2,3 miljoen dollar) uit onder meer de motorrijtuigenbelasting en autoverhuurbelasting. De openstaande vorderingen zijn daarnaast bijna verdubbeld van 5,8 miljoen naar 10,2 miljoen dollar. Verder zijn er meer inkomsten uit liggelden van cruise- en vrachtschepen, bouwvergunningen en casinorechten.
De lasten kwamen 9,1 miljoen lager uit dan begroot door ‘aanzienlijke onderbesteding’. Dit zijn voor de helft goederen en diensten en verder personeelslasten en subsidies. Wat betreft personeel komt dit door vacatures en een lager bedrag per fte. Verder constateert het Cft dat er meer extern personeel is ingehuurd dan was begroot.
De liquiditeitspositie is in 2018 verder verbeterd van 9,5 miljoen dollar naar 11,1 miljoen aan vrij besteedbare middelen. Volgens het Cft is dat een beperkte toename ‘gegeven de omvang van het overschot’. Dat komt door een stijging van de vorderingen en een afname van de kortlopende schuld.