Van onze correspondent
Den Haag - D66 roept het kabinet op om voor Caribisch Nederland de Nederlandse Klimaatwet van toepassing te verklaren. Daarnaast zouden de Caribische landen aangespoord moeten worden het Verdrag van Parijs over klimaatmaatregelen medegeldig te verklaren.
Aanleiding voor de oproep is het rapport van VU Amsterdam dat twee weken geleden samen met een brandbrief van Greenpeace in de publiciteit kwam. Daarin staat dat Bonaire voor een groot deel onder water dreigt te lopen door klimaatverandering waarvoor de Nederlandse regering te weinig aandacht zou hebben.
Eerder stelden Partij voor de Dieren, BIJ1 en GroenLinks al vragen over het rapport. Nu volgen D66-Kamerleden Jorien Wuite en Ramon Boucke hun voorbeeld met aanvullende vragen. Ook zij willen een reactie op het rapport, maar zij vinden dat Nederland zich ook moet bekommeren over de gevolgen van klimaatverandering voor de Caribische landen. ,,Bent u van mening dat er meer onderzoek nodig is naar de gevolgen van de klimaatverandering voor alle Caribische eilanden en Landen?”
De Kamerleden leggen aan staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties als coördinerend bewindspersoon de suggestie voor om de Klimaatwet die voor Europees Nederland geldt ook van toepassing te laten zijn voor Caribisch Nederland en daarover in overleg te gaan met de eilandsbesturen. ,,Kunt u de Kamer schriftelijk informeren over de mogelijkheden en gevolgen indien Caribisch Nederland ook onder de Klimaatwet zou komen te vallen?”
Wat betreft de landen is de Klimaatwet geen optie, omdat ze autonoom zijn. Maar in Koninkrijksverband ziet D66 wel de mogelijkheid om ‘internationale verdragen zoals het Verdrag van Parijs’ medegeldig te verklaren voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten. De landen zouden daartoe aangemoedigd moeten worden. Wuite en Boucke denken dat dit voordelen zou kunnen bieden voor hun bescherming tegen klimaatverandering, zoals toegang tot financiering en uitvoering van klimaatadaptatie.