Van onze correspondent
Den Haag - Een verdere verlaging van de benzineaccijns tot het eind van het jaar is onuitvoerbaar, omdat er geen financiële dekking voor is. Dat schrijft staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën over een amendement van de fracties van Denk en de Groep Van Haga.
Het amendement werd vorige week ingediend in het Kamerdebat over het verlies aan koopkracht door onder andere de torenhoge energieprijzen. Volgens Denk en Van Haga zou een verlaging van de accijns op benzine en diesel tot het Europees minimumniveau soelaas kunnen bieden, waarbij zij Caribisch Nederland nadrukkelijk meenemen in hun overweging.
Naast ondersteuning voor de koopkracht willen ze daarmee ook de inflatie dempen. Ze dachten het verlies aan accijnsinkomsten voor de overheid te compenseren met geld uit het Nationaal Groeifonds. Het kabinet nam per 1 maart al een vergelijkbare maatregel door de accijnzen op benzine met zo’n 21 procent te verlagen.
Van Rij schrijft mede op basis van een quick scan door de Belastingdienst het amendement voor een verdere verlaging van de accijnzen te ontraden. De budgettaire derving (verlies aan inkomsten) van het voorstel wordt geschat op 1 miljard euro. Het Nationaal Groeifonds voldoet hiervoor niet als dekking, aldus de staatssecretaris.
De PVV wil de brandstofaccijnzen helemaal naar nul terugbrengen, maar dat is volgens Van Rij in de Europese Unie niet toegestaan. In dit amendement werd Caribisch Nederland overigens niet expliciet meegenomen. De PVV wil zijn voorstel dit dekken met geld uit het Klimaatfonds en het Stikstoffonds.
Over de amendementen wordt vandaag gestemd in de Tweede Kamer, maar de kans dat ze worden aangenomen is zo goed als nihil.