Van onze correspondent
Kralendijk - Een nieuw KNMI-rapport dat gisteren is gepubliceerd geeft aan dat het water rondom de eilanden van Caribisch Nederland (CN) waarschijnlijk net iets sneller zal stijgen dan de wereldgemiddelde zeespiegel. Dit is volgens het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) slecht nieuws voor de Nederlandse BES-eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
De zeespiegel is de laatste honderd jaar gemiddeld ruim twintig centimeter (cm) gestegen, waarvan negen cm in de laatste 25 jaar. De snelheid van de stijging over de laatste drie decennia was 3,4 millimeter (mm) per jaar en zal naar verwachting verder toenemen. Metingen laten zien dat de zeespiegelstijging bij CN in het verleden vergelijkbaar was met de gemiddelde stijging (3,3 mm per jaar bij Bonaire en 2,9 mm bij Sint Eustatius en Saba). Dit is niet vanzelfsprekend, want zeespiegelstijging door het smeltwater van de ijskappen is niet overal gelijk: dicht bij de ijskappen is de stijging minder, ver weg juist meer. Zo valt de zeespiegelstijging bij Nederland hoger uit dan het wereldgemiddelde wanneer Antarctisch landijs afsmelt, maar juist lager als landijs van Groenland afsmelt. Echter, de BES-eilanden liggen precies zo ver weg van beide ijskappen dat de herverdeling van het oceaanwater erg weinig invloed heeft op de zeespiegel. De verwachting is dan ook dat de zeespiegel bij de BES-eilanden ook in de toekomst ruwweg gelijke tred houdt met de mondiaal gemiddelde stijging. Alleen een substantiële verandering in oceaanstromen kan dit veranderen.
De verwachte zeespiegelstijging in 2100 ten opzichte van de periode 1986-2005 ligt volgens de meteorologen tussen de dertig en honderdtwintig cm maar waarschijnlijk zal de zeespiegel bij de BES-eilanden net iets sneller stijgen. De bovengrens is het scenario waarin de broeikasgasemissies blijven toenemen in het huidige tempo en landijs gevoeliger is dan in de modelsimulaties. Deze bovengrens ligt op 2 meter in het jaar 2150. Voorbij 2100 zal de zeespiegel naar verwachting verder blijven stijgen, zelfs als het Parijs-akkoord wordt gevolgd. Dit betekent dat wanneer de temperatuurstijging beperkt blijft tussen 1,5 en 2 graden, de zeespiegelstijging uiteindelijk alsnog tussen de drie en twintig meter zal uitkomen. Dit kan echter wel honderden tot duizenden jaren duren.
Het lot van eilandstaat Tuvalu in de Pacifische Oceaan, dat naar verwachting deze eeuw onder water zal verdwijnen, blijft de BES-eilanden vooralsnog bespaard. Desalniettemin zal een hogere gemiddelde zeespiegel voor de Cariben regelmatiger tot extreme waterstanden leiden, bijvoorbeeld als er een storm of orkaan langstrekt. De BES-eilandbewoners kunnen dan verder landinwaarts te maken krijgen met overstromingen, binnendringen van zout water en kusterosie. Sommige delen worden dan onbewoonbaar. Niet elk eiland heeft evenveel te vrezen. Saba en Sint Eustatius zijn vulkanische eilanden en liggen hoger boven zeeniveau dan Bonaire, dat op een koraalrif is gebouwd. Maar hoe dan ook heeft elk eiland volgens de deskundigen last van de gevolgen van zeespiegelstijging. Naast de waterveiligheid door het vaker voorkomen van extreme waterstanden heeft erosie van de kust ook veel impact op het toerisme. De volgende generatie eilandbewoners zal volgens het KNMI terecht komen in een heel ander landschap.