Van onze correspondent
Oranjestad - Evelyn Wever-Croes (MEP) heeft dinsdag haar laatste persconferentie als demissionair premier van kabinet Wever-Croes II gegeven. Ze blikte terug op de economische ontwikkeling, inflatie, financiële tekorten, de personeelsuitgaven en de staatsschuld van Aruba.
Aruba maakte tussen 2017 en 2024 een indrukwekkende economische ontwikkeling door. In 2020 verdween door de pandemie 25 procent van de economie. Het land heeft zich echter sterk hersteld en kan vandaag de dag rekenen op een hoger bbp dan vóór de pandemie.
De ontwikkeling van de inflatie was een mondiale uitdaging, aangezien Aruba ook het effect van de inflatie voelde na de pandemie, gevolgd door de oorlog in Oekraïne. Wever-Croes zei dat de inflatie op Aruba, hoewel hoog, lager is dan in andere delen van de wereld, zoals de Verenigde Staten en Nederland.
Het kabinet Wever-Croes kwam in 2017 aan de macht, op dat moment was er een verwoestend financieel tekort. Dankzij haar kabinet is er vlak voor de pandemie een klein overschot ontstaan. Na de pandemie heeft de regering de handen uit de mouwen gestoken en hard gewerkt om 2024 af te sluiten met een overschot van 4 procent, dat zal dienen om de nieuwe regering te helpen iets terug te geven aan de gemeenschap.
De personeelskosten zijn sinds 2017 omlaag gebracht. In 2024 kreeg het overheidspersoneel een indexering. Dit was volgens Wever-Croes mogelijk omdat kosten binnen de marge van 6 procent liggen ten opzichte van de wettelijk vastgelegde 10 procent
De schuld van Aruba is na de pandemie weer gestegen. Volgens het laatste rapport dat de regering naar het College Aruba financieel toezicht stuurden, is de schuld in 2024 74 procent. Dit maakt investeringen mogelijk en rente op leningen. De afspraak is dat dit in 2031 70 procent moet zijn, maar dit percentage bereikt de overheid al in 2025.
,,Ik kijk met grote trots terug op 7,5 jaar hard werken. De overheid is geconfronteerd met verschillende crises, zoals de financiële crisis aan het begin van het kabinet, de schuldenlast die door het kabinet Eman werd verdubbeld en de sociale crisis die explodeerde omdat het kabinet Eman geen aandacht aan dit terrein wilde besteden. In tegenstelling tot het kabinet Eman heeft het kabinet Wever-Croes op sociaal gebied veel tijd en moeite gestoken in het bijeenbrengen van de mensen op dit terrein en in een poging hen aan te moedigen meer van zichzelf te geven. We konden niet alle financiële problemen en de problemen op sociaal gebied oplossen, maar we hebben al onze professionals in staat gesteld om er goed mee om te blijven gaan”, zo sloot Wever-Croes haar laatste persconferentie af.