Van onze correspondent
Oranjestad - Het kort geding over ‘Isla di Oro’ kan worden voortgezet met dezelfde rechter. Het verzoek van de jurist die het Land Aruba vertegenwoordigt, om de rechter te wraken is door de wrakingskamer afgewezen.

Dat blijkt uit de beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De wrakingszaak werd maandag behandeld. De gewraakte rechter was daar niet bij aanwezig.
De wrakingskamer is een meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken. Net als bij een hoger beroep buigen drie rechters zich over de zaak. Het Land Aruba had de rechter gewraakt, omdat de jurist vond dat er sprake was van een ‘gebrek aan onpartijdigheid’.

De wrakingskamer ziet echter geen reden om te vrezen voor gebrek aan partijdigheid of de schijn van partijdigheid. De opmerking die de rechter maakte, wordt door de wrakingskamer beschouwd als ‘van algemene aard’. Zouden het Land Aruba en zijn bestuursorganen zich altijd en overal netjes aan de wet houden, dan zou in bestuursrechtszaken elk bezwaar- en beroepschrift altijd ongegrond worden verklaard. Het is algemeen bekend dat dit niet het geval is. Om die reden is het wrakingsverzoek afgewezen.

Het Land Aruba is gedaagd in een kort geding door Fundacion Parke Nacional Aruba (FPNA), projectontwikkelaar JOB Holding & Management (JOB) en stichtingen Aruba Youth for Ocean, Turtugaruba, Fundacion proteccion y conservacion en Aruba Birdlife Conservation. De zaak diende op 5 april. De inzet van het kort geding was een verbod, het Land Aruba mag het erfpachtrecht van het kleine eiland Isla di Oro bij Savaneta niet verlengen. Dit recht verloopt op 14 februari 2026.

De jurist die het Land Aruba bijstaat, zei tijdens de behandeling dat haar cliënt het recht van erfpacht van JOB niet zal verlengen met de huidige bestemmingsvoorwaarden. JOB heeft op dit moment het recht van erfpacht van een bar-restaurant met bijgebouwen. De rechter vroeg op dat moment aan het Land Aruba waarom ze tegen het door de FPNA gevraagde verbod is als het Land Aruba al weet dat ze het recht van erfpacht niet gaat verlengen. De jurist reageerde dat het Land Aruba de beslissingsvrijheid moet hebben als JOB het verzoek zou indienen, om het recht van erfpacht te verlengen. Er mag dan geen sprake zijn van een beslissing die in strijd is met de wet.

De rechter merkte op dat hij vaker heeft meegemaakt dat het Land Aruba beslissingen neemt of heeft genomen die in strijd zijn met de wet. De jurist vond dat de rechter met deze opmerking niet langer neutraal is, maar ‘vooringenomen tegen het Land Aruba’ en besloot de rechter te wraken. Het kort geding kwam op dat moment stil te liggen, omdat eerst een beslissing moest worden genomen of de wraking terecht is of niet. De betreffende rechter heeft enkele dagen later - op 8 april - gereageerd op het wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft dezelfde dag nog het verzoek behandeld. De benadeelde rechter was bij die wrakingsbehandeling niet aanwezig.

In de beschikking van het hof staat een uitleg over wanneer een rechter kan worden gewraakt. Een rechter hoort onpartijdig te zijn. Een zittende rechter kan door partijen worden gewraakt als er feiten of omstandigheden zijn waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Als een partij vindt dat de rechter een vooringenomenheid heeft, moeten daar objectieve, concrete feiten en omstandigheden voor zijn. Los van de persoonlijke mening van een rechter, kan een rechter partijdigheid zijn. Er kan ook sprake zijn van uiterlijke schijn van partijdigheid. Als dat het geval is, moet de rechter zich onthouden van het nemen van een beslissing en de zaak niet behandelen. Want, zo stelt het hof, de partijen die recht zoeken, moeten in het rechterlijk apparaat kunnen vertrouwen.

Het kort geding over Isla di Oro kan worden voortgezet vanaf het moment dat het mondelinge verzoek tot wraking werd ingediend.