Van onze correspondent
Oranjestad - Zes weken na de inaugurele vlucht heeft Latam Airlines besloten om de vliegfrequentie naar Aruba te verhogen. Vanaf juli vliegt de maatschappij vier keer per week van Lima naar Aruba.

Aruba Airport Authority (AAA) en Aruba Tourism Authority (ATA) hebben dit bekendgemaakt. De LIM-AUA-route wordt uitgevoerd met een A320-vliegtuig met 174 stoelen. Passagiers kunnen tickets boeken via de website Latamairlines.com of via een reisbureau. De verkoop voor tickets van de maandagvluchten start eind januari.
,,De vraag naar Aruba vanuit Zuid-Amerika is aanzienlijk toegenomen”, zegt ceo Ronella Croes van ATA. ,,De marketing- en promotiecampagnes van ATA en de andere partners van Aruba zijn effectief. We zijn sinds medio 2023 bezig om Aruba te promoten als voorkeursbestemming, met dit positieve resultaat.” ATA blijft erop gericht om verder uit te breiden in Zuid-Amerika en kijkt naar steden zoals Santiago de Chile, Buenos Aires en São Paulo.
Latam Airlines breidt vanaf het derde kwartaal van 2024 de LIM-AUA-frequentie uit van drie naar vier vluchten per week. De maatschappij startte met vluchten op donderdag, zaterdag en zondag. Daar komt nu de maandag bij. AAA noemt de groeiende vraag naar reizen op de LIM-AUA-route een ‘opmerkelijk succes’.
Door vaker te vliegen, krijgen passagiers meer flexibiliteit en opties bij het plannen van hun reizen. Latam Airlines vliegt niet alleen tussen Lima en Aruba, maar ook naar andere populaire bestemmingen in Zuid-Amerika, zoals Argentinië, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay. Op dit moment is Peru de grootste marktaandeelhouder met 40 procent, gevolgd door Chili met 30 procent, Argentinië met 25 procent en Brazilië met 5 procent. .
,,We zijn blij met de toezegging dat Latam meer op Aruba gaat vliegen”, zegt Jo-Anne Meaux-Arends, Aviation Business Development Executive van AAA. ,,De luchthaven wil strategische verbindingen hebben en houden om deze route op de lange termijn te garanderen. Aruba wil de positie versterken als een van de best verbonden Caribische eilanden.”