Van onze correspondent
Oranjestad - De vuilverbrandingsinstallatie van (het inmiddels gesloten, red.) Parkietenbos beschikt niet over een hindervergunning. ,,Zonder deze vergunning mag de installatie niet worden gebruikt.” De rechter oordeeldde dit in een rechtszaak die was aangespannen tegen de minister van Justitie en tegen Dienst Openbare Werken (DOW).
De uitspraak was woensdag. De rechter heeft bepaald dat de minister van Justitie opnieuw een beslissing over de hindervergunning moet nemen, door de juiste procedures te volgen.
Milieuactivist Anouk Balentina had de rechtszaak aangespannen. Zij stuurde het vonnis naar het Antilliaans Dagblad. In de beschikking staat dat de rechter tijdens de zitting met alle partijen heeft gesproken over de gevolgen van deze situatie.
Justitie-minister Rocco Tjon (MEP) zei dat zonder vergunning de oude werkwijze waarschijnlijk zal worden gehanteerd. Slib, medisch afval en dierlijke karkassen zullen weer worden verbrand. Een situatie die niet wenselijk is, aldus de rechter. Er moeten zo snel mogelijk grotere vuilverbrandingsinstallaties komen waarvoor op een correcte manier een vergunning is verleend. Balentina reageerde dat die installaties op een andere plek moeten komen, zoals in 2018 is geadviseerd in meerdere rapporten. De rechter maakte echter duidelijk dat dit een politieke discussie is en daar mengt de rechterlijke macht zich niet in.
Volgens de rechter is de correcte procedure om een hindervergunning te verlenen, niet gevolgd. Er ligt geen onderbouwde aanvraag met informatie over de bronnen, de samenstelling, de hoeveelheden en de concentraties van de uitstoot die bij het verbranden vrijkomen. De aanvrager van de hindervergunning moet die informatie geven. Daarna is het aan de minister van Justitie om die informatie te toetsen aan de emissiewaarden die voor Aruba relevant zijn. Vervolgens kan de minister gemotiveerd aangeven of de hindervergunning kan worden verleend of niet.
In het vonnis gaf de rechter antwoord op enkele vragen.
Staat gebrekkige handhaving het verlenen van een vergunning in de weg?
Nee, zegt de rechter. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft aangeven dat ze niet strafrechtelijk handhavend zal optreden, omdat er in de wet geen sancties zijn opgenomen. Dat is echter geen reden om een vergunning te weigeren.
Heeft de minister in strijd met het ROPV (Ruimtelijk ontwikkelingsplan met voorschriften, red.) gehandeld?
Volgens Balentina is de locatie van de vuilverbrandingsinstallatie in strijd met het ROPV. Dat had een reden moeten zijn om de hindervergunning te weigeren. De rechter stelt echter dat de minister bij een aanvraag voor een hindervergunning wettelijk niet verplicht is om dit te toetsen aan het ROPV. De rechter is het daarnaast niet met Balentina eens dat de locatie niet is toegestaan. De verbrandingsinstallatie staat in een gebouw dat er al stond voordat het ROPV in werking trad.
Moet de minister van Justitie de aanvraag toetsen aan de Natuurbeschermingsverordening?
Balentina vindt van wel. De rechter stelt echter dat nergens staat dat de minister van Justitie verplicht is om advies in te winnen bij de minister van Natuur.
Kon de minister van Justitie de hindervergunning verlenen aan DOW?
Volgens Balentina kan de minister geen vergunning verlenen aan DOW (Dienst Openbare Werken, red.) omdat dit een dienst is van het bestuur. Het bestuur geeft zichzelf dan als het ware een vergunning. De minister heeft met succes tijdens de zitting betoogd dat de vergunning had moeten worden verleend aan Serlimar en in de toekomst aan het bedrijf dat de verbrandingsinstallatie exploiteert.