Van onze correspondent
Oranjestad - ,,Slaafgemaakte Arubanen zijn door de Nederlandse staat met terugwerkende kracht erkend als mensen die het recht hadden om vrij te zijn. Hun nazaten zijn erkend als slachtoffer van een misdaad tegen de mensheid. Het is een historische dag om excuses aan te bieden voor dit gedeelde verleden. Al is het geen verleden, want het zorgt tot op de dag van vandaag voor wrijving binnen ons Koninkrijk.”
Premier Evelyn Wever-Croes (MEP) zei dit gisteren in haar toespraak tijdens een plechtigheid op Aruba, die deel uitmaakte van de reactie van het Nederlandse kabinet. In elk land van het Koninkrijk was een bewindsman van de Nederlandse regering aanwezig om de excuses uit te spreken. Staatssecretaris Eric van der Burg van Justitie en Veiligheid was om die reden op Aruba. De plechtigheid werd live uitgezonden via de Facebook-pagina van de Vertegenwoordiging van Nederland in Oranjestad (VNO) en ook door 24ora, TeleAruba en Diario Tv Aruba.
Wever-Croes benoemde de slavernij in Aruba. ,,We hebben het over transatlantische slavernij en over de rode slavernij. Want ook de Amerindianen die hier woonden, zijn tot slaaf gemaakt door kolonisatoren. Dit geldt ook voor nazaten van slaven wier voorouders elders, dus niet op Aruba, in slavernij leefden.”
Deze ‘ketenen uit het verleden’ bepalen nog steeds hoe we met elkaar omgaan, zei de minister-president. Dit verleden kan niet worden uitgewist of worden vergeten. Ze verwees naar de actuele situatie van wrijving binnen het Koninkrijk. ,,De landen hebben onenigheid over de wijze waarop de datum 19 december tot stand is gekomen. Ook Aruba werd hierdoor acht weken geleden overvallen, toen we werden geïnformeerd over het voornemen van Nederland. We hadden liever willen wachten met de excuses tot 1 juli 2023. Maar elk welgemeend excuus is welkom. Het verleden is niet te veranderen”, aldus Wever-Croes, ,,maar om te voorkomen dat we dezelfde fouten blijven herhalen, moeten we deze accepteren. Hierdoor krijgen we een beter beeld van waar we vandaan komen. Zodat we in het heden, en in de toekomst, bewustere keuzes maken.”
Na de erkenning en het excuus is de volgende stap heling en herstel. Dat moet leiden tot verzoening, zegt Wever-Croes. ,,We hebben nu de kans om met elkaar aan een betere toekomst te werken. Het slavernijverleden moet niet alleen worden erkend, maar het helen van de emotionele pijn en trauma moet worden besproken.”
Op 1 juli 2023 is het 160 jaar na de afschaffing van de slavernij. De Arubaanse premier hoopt dat er dan een concreet plan is uitgewerkt en dat Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Saba, Statia en Suriname daarbij worden betrokken. ,,Het mooiste is als de regie mede in handen ligt van de Caribische landen en eilanden. De Arubaanse regering zal daar aan meewerken, samen met organisaties in de samenleving en het parlement.”
Slavernij is op Aruba geen populair onderwerp, dat beseft de Arubaanse regering. ,,Het is een onderbelicht hoofdstuk van onze geschiedenis. Het onderwerp en de omvang worden door velen zelfs ontkend. Toch hebben veel van onze voorouders met slavernij te maken gehad. Ze waren zelf slaaf of ze waren eigenaar. Veel families op Aruba zijn nazaten van beide. We weten dat halverwege de negentiende eeuw één op de vijf Arubanen in slavernij leefde. Slavernij werkt door in ons erfgoed en een voorbeeld daarvan is onze taal. Het Papiaments werd ontmoedigd door de koloniale overheid omdat het een onwaardige slaventaal was.”
De minister-president vindt dat slavernij geen bron van schaamte moet zijn, maar een bron van trots en kracht. ,,Vastberadenheid om een menswaardig leven te leiden en naar vrijheid te streven. Onze voorouders verdienen het om erkend te worden. Zij verdienen onze waardering, want streven naar vrijheid is de kern van onze Arubaanse geschiedenis. We hebben ons ook laten zien in de strijd om de status aparte en sinds 1986 bewijzen we ons als klein, maar daadkrachtig land.”
Wever-Croes noemde de inzet van Cultuurminister Xiomara Maduro, die op 1 juli van dit jaar een werkgroep vormde om slavernij onder de aandacht te brengen. Haar ministerie produceerde een documentaire ‘Historia di sclavitud na Aruba’. Met organisaties is een dialoog gaande. Het Nationaal Archief Aruba houdt het archief van het slavernijverleden bij, zowel fysiek als digitaal. Iedereen heeft het recht om van haar of zijn afkomst te leren, maar dit kan alleen als de informatie toegankelijk en beschikbaar is.