Van onze correspondent
Oranjestad - Defensie wil de Arumil en Curmil verder professionaliseren, zodat ze een prominentere rol kunnen vervullen in de lokale ondersteuning. De Nederlandse militairen kunnen zich dan meer richten op de zogeheten ‘niche capaciteit’, die onder andere gericht is tegen smokkel en explosievenopruiming. ,,Zo maken we de krijgsmacht sterker en zijn we in staat om het Koninkrijksgrondgebied te beschermen.”
De Commandant der Strijdkrachten, Onno Eichelsheim, zei dit in een exclusief interview met het Antilliaans Dagblad. Hij was woensdag voor een bliksembezoek op Aruba, dat vooral als doel had om kennis te maken met de mannen en vrouwen bij de Marinierskazerne Savaneta. ,,Zij doen hun werk op Aruba onder bijzondere omstandigheden en hebben veel taken. Dat wilde ik graag zelf ervaren.” Eichelsheim maakte echter ook tijd vrij om aan enkele media interviews te geven.
,,Ik ben de hoogste militair binnen de Nederlandse krijgsmacht”, legde Eichelsheim desgevraagd zijn topfunctie uit. ,,Mijn hoofdkwartier is verantwoordelijk voor de operaties van de Nederlandse krijgsmacht. Ik ben verantwoordelijk voor alle inzetten die plaatsvinden door onze militairen.” Om de link uit te leggen met de marinierskazerne, vertelde hij wie er tussen zitten. ,,Er is een ondercommandant Zeestrijdkrachten, en daar valt de commandant van het Caribisch gebied onder. De commandant van de marinierskazerne valt weer onder deze commandant. Dus als je het zo bekijkt, zitten er twee lagen tussen.”
Eichelsheim vindt het belangrijk om een connectie te hebben in het hele Koninkrijk. ,,De landen zijn allemaal verschillend en dat betekent dat de militairen per locatie ook een andere verhouding hebben met hun leiding. Ik wil graag zelf ervaren hoe dat per locatie gaat.”
Het is zijn eerste bezoek aan Aruba als commandant Strijdkrachten op Aruba, maar hij is al eerder op het eiland geweest toen hij directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst was. ,,Het was de bedoeling dat dit werkbezoek eerder zou plaatsvinden, maar toen kwam covid. Daarna werd het werkbezoek begin dit jaar ingepland, en toen kwam de invasie in de Oekraïne. De prioriteiten kwamen toen heel anders te liggen”, vertelt Eichelsheim.
Van tevoren is geen ruchtbaarheid gegeven aan het werkbezoek. ,,Dat komt omdat ik hier vooral ben voor een kennismaken met de militairen. Ik wil zien wat er de komende tijd nodig is om in het Caribisch gebied extra te kunnen doen. We staan klaar bij rampen, we ondersteunen de Kustwacht met drugsoperaties, maar we zijn er ook om het Koninkrijksgrondgebied te beschermen. De focus ligt in het oosten van de wereld, maar we kijken echter ook naar dit gedeelte van ons koninkrijk.”
Eichelsheim vertelt dat in de Defensienota 5 miljard euro extra is uitgetrokken, waarvan een deel naar het Caribisch gebied gaat. Hij wil onder andere de Arubaanse en Curaçaose militairen versterken. ,,Zij doen het al goed en het is veel beter dat zij zelf meer lokale ondersteuning gaan bieden. De Nederlandse militairen hebben alle kwaliteiten, die ook verder moeten worden ontwikkeld. Zo kunnen we op alle terreinen sterker worden.”
De Commandant geeft als voorbeeld dat eenheden meer moeten kunnen oefenen en trainen. ,,Aruba is een totaal ander klimaat dan Noorwegen of andere Europese landen. Trainen in de warmte geeft andere uitdagingen. Het is voor de eenheden beslist geen snoepreisje als ze naar Aruba komen voor een oefening.” Defensie wil Aruba zien als een soort hub, waar ook andere landen uit de regio en daarbuiten kunnen komen trainen.
De correspondent van het Antilliaans Dagblad sprak met Eichelsheim over de recente schietpartijen en welke taak Defensie daarin heeft. ,,We zien absoluut dat er op het gebied van smokkel meer beweging in het Caribisch gebied is. Smokkel van drugs, wapens en mensen. Defensie heeft de taak om wapens te onderscheppen en te voorkomen dat de smokkelwaar de eilanden bereikt.” Daarin werkt Defensie samen met de Kustwacht aan Informatiegestuurd Optreden. ,,We denken na over de vraag hoe we ons kunnen verbeteren, zodat we meer onderscheppen. De prijs voor de tegenstander, als je ze zo wil noemen, moet steeds hoger worden. Het moet minder aantrekkelijk voor ze worden om te smokkelen. We vangen steeds meer drugs, dat klopt, maar dat betekent niet dat er minder drugs op de markt komt.”
Overigens ziet Commandant der Strijdkrachten geen verschil tussen Aruba en Curaçao, op dit gebied. Beide eilanden hebben te maken met een toename van smokkel en alle autoriteiten moeten zich daar meer tegen wapenen. ,,Aruba heeft daarbij een grotere rol met Venezuela. Curaçao heeft meer te maken met het Caribisch bassin, zoals de Dominicaanse Republiek en de Bovenwindse eilanden. Daar zetten we het stationsschip bij in en werken we nauw samen met de Kustwacht.”
Meer uit dit interview in een latere editie.