Van onze correspondent
Oranjestad - Een persoon is onschuldig, tot zijn schuld door de rechter bewezen is verklaard. Het Openbaar Ministerie (OM) vraagt de pers om dit principe in acht te nemen en behoedzaam om te gaan met het publiceren van informatie over criminele activiteiten. Dat zei waarnemend procureur-generaal (PG) Patrick van der Biezen namens het OM tijdens een buitengewone zitting van het Gemeenschappelijk Hof.
Het OM sloot zich met deze boodschap aan bij de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Orde van Advocaten die dit thema ook hebben aangekaart. Ze deden dit in verband met een buitengewone zitting van het Hof, waarbij onder andere twee Arubaanse rechters werden geïnstalleerd.
De waarnemend PG benadrukte dat het OM zich zeer goed bewust is van de belangrijke rol die de pers heeft. De media brengt misstanden aan het daglicht en draagt op die manier bij aan een veilige en rechtvaardige samenleving. ,,Het OM, de politie en andere opsporingsinstanties hebben die verantwoordelijkheid ook om een effectieve bijdrage te leveren aan een veilige en rechtvaardige samenleving.”
Om die samenleving veiliger te maken, moeten de handelingen van de instanties zichtbaar, merkbaar en herkenbaar te zijn voor slachtoffers, daders en hun omgeving. Van het OM, de politie en andere opsporingsinstanties wordt daarbij openheid verwacht en actieve voorlichting aan de samenleving. Van Biezen: ,,De samenleving heeft recht op juiste en tijdige informatie over het werk van het openbaar ministerie in het algemeen. Publiek heeft ook recht op informatie over ontwikkelingen in concrete (opsporings)onderzoeken en strafzaken in het bijzonder.”
Het OM publiceert op de website of de Facebook-pagina regelmatig welke onderzoeken gaande zijn. Ook informatie over aanhoudingen van verdachten en huiszoekingen worden via de media met het publiek gedeeld. ,,Dat doen we zo integer, objectief, onpartijdig en volledig mogelijk”, zegt Van Biezen. Het OM zoekt daarbij een balans tussen openheid en transparantie aan de ene kant en belangen van een eerlijke procesgang, het opsporingsbelang en de privacy van betrokkenen aan de andere kant.
,,We hebben ook de opdracht om erop toe te zien dat die belangen gewaarborgd zijn en dat de rechter en de advocaat worden gerespecteerd”, aldus de waarnemend PG. Daarbij is het OM terughoudend waar dat nodig is. ,,Bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten en verdachten is onze primaire taak om de waarheid te vinden. Het verstrekken van informatie aan de media kan het onderzoek naar de ware toedracht schaden. Het onderzoeksbelang kan dan een reden zijn om bepaalde informatie gedurende een bepaalde periode niet of niet volledig openbaar te maken.”
Het OM weet dat criminaliteit een onderwerp is waarover graag wordt geschreven en gepubliceerd. Het publiek leest ook graag over criminaliteit, stelt Van der Biezen. Al ziet het OM ook dat tegenwoordig er minder wordt geschreven over criminaliteit, maar dat er vooral video’s en foto’s worden gemaakt. De vraag voor het OM is hoe dit zich verhoudt tot de onschuld van personen. Ligt trial by media dan niet op de loer? Van der Biezen kijkt ook naar de belangen van slachtoffers en de nabestaanden. En naar de belangen van hulpverleners of handhavers, die vaak ook ongevraagd in beeld komen.
In de Trias Politica van Montesquieu worden de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht aangeduid. De pers wordt ook wel de vierde macht genoemd. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft de pers dikwijls een ‘publieke waakhond’ genoemd. Vanuit dat oogpunt heeft de pers volgens de waarnemend PG een cruciale rol in onze democratische samenleving. Zij heeft tot taak om maatschappelijke misstanden aan te kaarten. De samenleving ontvangt via de pers juiste en betrouwbare informatie. De rol van communicatiekanaal geeft de pers een machtige sluisfunctie. ,,Het is dus van belang dat de pers verantwoordelijkheid hierin neemt en dus uiterst behoedzaam omgaat met hun macht.”