Van een onzer verslaggevers
Oranjestad - In het eerste kwartaal is de schuld van Aruba toegenomen met 361 miljoen florin en bedraagt nu 6.013 miljoen. Daarmee schiet de Arubaanse schuld over de grens van 6 miljard.
Dat leest het Antilliaans Dagblad in de meest recente brief van het College Aruba financieel toezicht (CAft) aan Financiënminister Xiomara Maduro (MEP). Aruba is in het eerste kwartaal voor 358 miljoen florin aan leningen bij Nederland aangegaan, waarvan een lening van 346 miljoen voor de aflossing in 2022 van buitenlandse leningen en een lening van 12 miljoen in het kader van liquiditeitssteun.
Van de lening van 346 miljoen is in het eerste kwartaal 39 miljoen aangewend voor de aflossing van buitenlandse leningen. Het overige gedeelte van de lening van 346 miljoen zal in de loop van 2022 worden aangewend voor aflossing. De kortlopende schulden zijn in het eerste kwartaal toegenomen met 43 miljoen door betalingsachterstanden van de overheid tot 180 miljoen. ,,Deze toename van de korte schulden is zorgelijk”, schrijft CAft-voorzitter Raymond Gradus.
Het herstel van de economie is onvoldoende zichtbaar in de realisatie van de directe belastingen, meldt het College. Opvallend is dat de realisatie van de loonbelasting nog niet op het niveau van vóór de coronacrisis (2019) is, terwijl de premiebaten van de volksverzekeringen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de algemene ziektekostenverzekering (AZV) in dit kwartaal wel nagenoeg op het niveau van 2019 zijn uitgekomen.
De belastingbaten zijn 32 miljoen lager dan in het eerste kwartaal 2019 (pre-coronajaar). Het herstel van de indirecte belastingbaten zet door, maar de baten zijn nog niet op het pre-corona niveau. Het verschil ten opzichte van het eerste kwartaal 2019 is 11 miljoen (daling van 7 procent). De directe belastingbaten bedragen 98 miljoen, 20 miljoen lager dan in de eerste drie maanden van 2019. De realisatie loonbelasting is 16 miljoen lager.
Opmerkelijk is dat de premiebaten uit de volksverzekeringen in de periode januari tot en met maart 2022 terug zijn op het niveau van 2019. ,,De ontwikkeling van de loonbelastingbaten en de premiebaten lopen dus uiteen”, merkt CAft op. De toelichting daarop ontbreekt echter. De oorzaak van de daling van de winstbelasting met 2 miljoen ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 ondanks de economische groei, is tevens onvoldoende toegelicht. ,,Daarbij wordt Aruba gevraagd aandacht te besteden of de oorzaak daarin is gelegen dat door een discussie met Nederland het compliance-project on hold is gezet.”
De uitvoeringsrapportage van het ministerie van Financiën in Oranjestad toont over het eerste kwartaal van 2022 een gerealiseerd financieringstekort van de collectieve sector van 39 miljoen. Het financieringstekort van het Land Aruba is hoger, namelijk 57 miljoen. De overige entiteiten in de collectieve sector realiseren een financieringsoverschot van 18 miljoen, met name door een overschot van 12 miljoen bij de Aruba Tourism Authority (ATA).
‘Personeelslasten nog te hoog’
De realisatie van de ambtelijke personeelslasten bedraagt 105 miljoen florin in het eerste kwart van dit jaar. Dit is een (geringe) stijging ten opzichte van de realisatie in het eerste kwartaal van vorig jaar. Het protocol met Nederland schrijft voor dat Aruba een jaarlijkse nominale daling van de personeelslasten realiseert.
In het advies bij de begroting 2022 adviseerde het CAft de personeelslasten maximaal 417 miljoen te laten bedragen. In de begroting is momenteel 422 miljoen (inclusief afbouw korting 12,5 procent op arbeidsvoorwaarden) opgenomen voor de personeelslasten, ‘waarmee Aruba niet voldoet’, zo merkt CAft-voorzitter Gradus op.
De besluitvorming over de afbouw van de salariskorting moet nog plaatsvinden in de Rijksministerraad (RMR). Het CAft constateert dat in 2022 de vergoeding voor overwerk is gestegen, terwijl het Beleidsplan Verlaging Personeelslasten (BVP) voorschrijft dat de vergoeding voor overwerk moet dalen.
,,Het CAft adviseert om additionele maatregelen te treffen om in 2022 het bedrag aan overwerk te compenseren en structurele maatregelen te treffen om verdere stijging van de overwerkvergoeding te voorkomen.” In de overwerkanalyse van het College zijn acht aanbevelingen opgenomen. Waaronder het investeren in het opzetten van actuele formatieplannen en kerntakenanalyses en het vaststellen van een verzuimreglement.