Schuldstand loopt op tot 5,6 miljard florin ofwel 108% bbp

Van een onzer verslaggevers
Oranjestad - Het Land Aruba heeft het jaar 2021 afgesloten met een voorlopig tekort van 531,4 miljoen florin (ruim een half miljard).

Dat leest het Antilliaans Dagblad in de jongste Uitvoeringsrapportage van minister Xiomara Maduro (MEP) van Financiën. Het voorlopige tekort is aanzienlijk, maar wel iets lager dan waar in de begroting van 2021 aanvankelijk rekening mee was gehouden; dat was namelijk een tekort van 585,8 miljoen.
De schuldstand inclusief latente schulden van de Arubaanse overheid bedraagt 5.652,3 miljoen (5,6 miljard), waarvan het aandeel aan leningen 5,5 miljard is. De kortlopende schulden belopen 136,2 miljoen. De schuldpositie komt overeen met maar liefst 108 procent van het bbp (bruto binnenlands product, ofwel de complete omvang van de economie van Aruba).
Over de realisatie van de exploitatierekening 2021 meldt de Uitvoeringsrapportage dat het Land Aruba 1.090,7 miljoen (bijna 1,1 miljard) aan ontvangen middelen heeft geboekt, waarvan 893,3 miljoen aan belastingopbrengsten (81,9 procent van de totale middelen).
,,De directe en indirecte belastingen leveren samen een begrotingsrealisatie van 96,5 procent”, aldus het verslag van de minister van Financiën. De overige middelensoorten brachten samen 197,3 miljoen in ’s Lands kas (gelijk aan 18,1 procent van de totale middelen).
De totale kosten tot en met het vierde kwartaal 2021 bedragen 1.622,1 miljoen (ruim 1,6 miljard), wat gelijk is aan 96,2 procent van de begroting. Aan het einde van het vierde kwartaal vormen de ambtelijke personeelslasten het grootste aandeel in de Arubaanse overheidskosten, namelijk voor een bedrag van 417,8 miljoen (dat is 25,8 procent van de totale kosten).
De twee na grootste kostenpost zijn de overdrachten met 344,1 miljoen (21,2 procent van de totale kosten) die eind 2021 ten opzichte van de begroting voor 97,3 procent zijn gerealiseerd.
Aruba is relatief erg veel gemeenschapsgeld kwijt aan renteverplichtingen, namelijk 242,7 miljoen (niet minder dan 15 procent van de totale kosten). Met andere woorden: als de overheid geen rentelasten (over leningschulden) zou hebben, kon dit bedrag aan andere zaken besteed worden.
De kosten aan subsidie hebben een aandeel van 12,3 procent in de totale kosten en zijn aan het einde van het vierde kwartaal 199,3 miljoen.
Per saldo bedraagt het exploitatieresultaat eind vorig jaar een tekort dus van 531,4 miljoen. Het tekort ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp), dat volgens Directie Financiën 5.234 miljoen (5,2 miljard) bedraagt, komt daarmee uit op 10,2 procent.
Samen met de herfinanciering van de aflossingsverplichtingen (wat het Land aan leningen moet afbetalen) voor 260,8 miljoen, komt de totale zogeheten ‘financieringsbehoefte’ van Aruba uit op een bedrag van 794,9 miljoen.
De rapportage meldt naast de schuldstand van 5,6 miljard in de puntsgewijze toelichting per 31 december 2021 over de ‘liquiditeiten’ het volgende: de ontvangsten bedroegen 1.077,3 miljoen florin, terwijl de uitgaven een stuk hoger waren met 1.552,4 miljoen.

‘Liquiditeitsleningen uit NL’
In de oorspronkelijke Arubaanse begroting 2021 was een financieringstekort opgenomen van 775 miljoen. In de suppletoire begroting is dit teruggebracht naar 586 miljoen, terwijl het voorlopig gerealiseerd resultaat nu op 534 miljoen staat. ,,Hiervan is 489 miljoen met liquiditeitsleningen uit Nederland gedekt”, aldus de rapportage van minister Maduro.
En verder: ,,Naast de liquiditeitssteunleningen is ook een lening van 177,1 miljoen met Nederland gesloten die specifiek is bedoeld voor de afbetaling van alle in dit jaar vervallende buitenlandse leningen.” Conform afspraak heeft Aruba verder zorggedragen voor de financiering van de binnenlandse aflossingen, circa 84 miljoen.
Het valt op dat in het vierde kwartaal de kortlopende schulden zijn toegenomen, wat te wijten is aan de verslechterde liquiditeitspositie van het Land ‘welke debet was aan onder andere het uitblijven van verzochte aanvullende liquiditeitssteuntranches’. In het onderdeel over de liquiditeitspositie wordt dit duidelijk, gezien het lagere eindsaldo waarmee de kassen van het Land het jaar 2021 afsloten.