Van onze correspondent
Oranjestad - Fundacion Parke Nacional Aruba (FPNA) wordt te laat of helemaal niet betrokken bij ontwikkelingsprojecten die in de buurt liggen van natuurgebieden. De stichting deed op 11 februari in een brief een dringend beroep op de regering om FPNA als stakeholder proactief te betrekken. Eén van de drie aangeschreven ministers heeft gereageerd.
Het was minister Ursell Arends (Raiz) van Natuur die actie ondernam en FPNA als stakeholder meenam in het baggerproject van Aruba Ports Authority (APA). Dit baggeren is noodzakelijk voor het kanaal van de cruiseschepen. Aan beide kanten van dit kanaal ligt het Marine Protected Area (MPA) Oranjestad. Daardoor is FPNA stakeholder in het baggerproject. Het baggeren kan namelijk een impact hebben op dit deel van het Marine Park.
Een onderzoeker van FPNA kreeg de kans om samen met een onderzoeker van Directie Natuur en Milieu een ‘duik-veldopname’ te maken. Tijdens deze duik namen ze een bedreigde vissoort waar en ze zagen sporen van een kraamkamerfunctie voor een belangrijke soort voor de visserij. Deze kraamkamer ligt in een onbereikbare locatie in de haven, blijft daardoor beschermd en kan voor een ‘overspill’-effect zorgen naar naastliggende gebieden. Ook zagen de duikers verschillende soorten jonge koralen - alle beschermde soorten - die in een bijzondere, gezonde staat waren. Het is mogelijk om deze koralen te verplaatsen, omdat ze vanwege hun ‘resilience’ van belang kunnen zijn voor het herstel van gedegradeerde koraalriffen.
Deze duik en de betrokkenheid als stakeholder zijn van groot belang. Om de duik te kunnen maken, moest het baggerproject enkele uren worden uitgesteld. Dat had voorkomen kunnen worden als DNM en FPNA veel eerder in het project waren betrokken. FPNA wijst erop dat bij zulke projecten ook een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Aruba heeft op dit gebied echter nog geen beleid. Belangrijke besluiten worden vaak genomen zonder rekening te houden met de natuur en het milieu.
Het Land Aruba heeft FPNA aangewezen als beheerder van natuurgebieden. De stichting beschermt en herstelt de natuur. Om aan deze doelstellingen te kunnen voldoen, heeft FPNA eerst achter de schermen en vervolgens via een open brief bij de overheid aan de bel moeten trekken om te worden betrokken bij ontwikkelingsprojecten en activiteiten die direct naast of in de buurt van de beheergebieden plaatsvinden. De brief is gestuurd naar minister Evelyn Wever-Croes (MEP) van Ruimtelijke Ordening, minister Dangui Oduber (MEP) van Toerisme en minister Arends van Natuur. FPNA merkt op dat Wever-Croes en Oduber niet hebben gereageerd.
Bouwprojecten zijn steeds vaker direct in, direct naast of in de buurt van natuurgebieden. Vaak moeten medewerkers van FPNA via de pers - als een project al is opgestart - vernemen wat er gaande is. De stichting wordt op die manier gedwongen om rigoureus aan de bel trekken om het natuurgebied te beschermen en verzachtende maatregelen te kunnen eisen. Om die reden heeft FPNA recent rechtszaken moeten voeren om onder andere een gedegen milieueffectrapport (MER) en (burger)participatief proces te eisen. Relevante stakeholders, zoals FPNA, moeten net als ontwikkelaars, overheidsdirecties en departementen, worden betrokken bij de plannen.
Milieu- en natuurbehoudscriteria zouden normen voor ‘good practices’ moeten zijn. Er zijn internationale normen, standaarden en richtlijnen die ook voor Aruba zouden moeten gelden, aldus FPNA. De internationale bedrijven waarmee Aruba werkt, zijn alle bekend hiermee. Infrastructurele ontwikkeling is belangrijk voor economische vooruitgang. Het zorgt ook voor ecologische effecten. Planning van infrastructurele projecten zou niet alleen moeten vanuit economisch oogpunt. Projecten en activiteiten zouden moeten worden getoetst op hun sociale en ecologische effecten. Als er dan een balans is, kan er gesproken worden van duurzaamheid.