Van onze correspondent
Oranjestad - Vakbond Simar heeft zaterdag aangekondigd dat scholen vanaf 1 februari een uur later beginnen. Zo wil het onderwijs de salariskorting van 12,6 procent verrekenen.

In een reactie doet de regering een beroep op de vakbond om aan de onderhandelingstafel te blijven en de reguliere schooltijden te hanteren. Vandaag gaan de onderhandelingen verder.
Vakbonden Simar en Seppa trekken samen op in hun strijd om de 12,6 procent salariskorting ongedaan te maken. Samen met vakbonden Spa en Sada zijn ze al een paar dagen in gesprek met de regering. Twee voorstellen liggen op tafel.
Het eerste voorstel komt van de vakbonden, zij willen het aantal uren dat gelijk is aan de 12,6 procent minder gaan werken. De regering heeft dit voorstel voorgelegd aan experts en wacht op hun advies.
Het tweede voorstel is afkomstig van de regering. Ambtenaren krijgen 5 procent van hun salaris terug, maar moeten in ruil daarvoor ATV-dagen inleveren. Dit voorstel is op tafel gekomen, nadat de Arubaanse regering in gesprek ging met de nieuwe staatssecretaris van Koninkrijksrelaties, Alexandra van Huffelen (D66). Het inleveren van 12,6 procent salaris is een voorwaarde van Nederland om Aruba geld te lenen. Ambtenaren hebben 13 ATV-dagen. Het is volgens de regering en de staatssecretaris mogelijk om met die vrije dagen iets te doen. Het aantal dagen dat ambtenaren zouden moeten inleveren, is afhankelijk van de datum waarop de regeling in werking treedt.
Lerarenvakbond Simar heeft zaterdag publiekelijk een standpunt ingekomen om zijn leden minder uren te laten werken. Vanaf dinsdag 1 februari beginnen de scholen een uur later, zegt vakbondsleider Josephine Albertus. Ze vertelt dat deze beslissing niet zo maar door de vakbond is genomen. ,,Wij hebben de hele week gesprekken gevoerd met onze achterban in het onderwijsveld. Woensdag spraken we met het kleuteronderwijs, donderdag waren er gesprekken met het basisonderwijs en vrijdag hebben we de mening gehoord van het voortgezet onderwijs en de beroepsopleidingen. Het waren informatiesessies, waarin wij als vakbond vertelden wat er op tafel ligt en het onderwijsveld gaf hun opinie daarover.”
Simar en Seppa hebben uitgerekend dat de 12,6 procent gelijkstaat aan maandelijks 20 arbeidsuren. ,,De regering ziet dit overigens anders”, merkt Albertus op. ,,Maar wij vinden dat we elke maand 20 uur werken zonder daarvoor betaald te krijgen. Dat komt overeen met 5 uur per week. Het onderwijs werkt van maandag tot en met vrijdag, dat zijn vijf werkdagen. Wij stellen daarom voor dat we elke werkdag 1 uur minder gaan werken.”
Simar heeft dit voorstel voorgelegd aan het onderwijsveld en de eerste gedachte was om de scholen elke dag een uur eerder te laten stoppen. ,,Maar daar is niet voor gekozen. Besloten is om de scholen een uur later te laten beginnen.” De vakbondsleider zegt dat dit voorstel kan rekenen op de steun van de schoolbesturen en dat zij bereid zijn om dit roostertechnisch te implementeren. ,,Daar zijn wij als vakbond heel blij mee, want dat betekent dat de besturen achter onze financiële strijd staan.”
Albertus zegt daarbij dat de vakbonden al 22 maanden deze strijd voeren. ,,Het begon in 2020, onder de noemer van algemeen belang. Toen lag het toerisme plat. Bedrijven kregen loonsubsidie om te overleven, werknemers kwamen in aanmerking voor de uitkering Fase. Het panorama is in 2022 echter veranderd. De economie draait weer, het toerisme gaat goed. Loonsubsidie en Fase worden niet meer uitgekeerd. Er is geen algemeen belang meer om 12,6 procent te korten.” De vakbondsleider is er stellig over en zegt dat de 12,6 procent van de ambtenaren werd gebruikt voor de subsidieregelingen. ,,Maar dat is niet meer. Wij leveren wel in, maar die mensen krijgen het geld niet meer.”
Simar en Seppa strijden ook voor gelijkwaardigheid. Want volgens Albertus betalen sommige staatsbedrijven vanaf nu wel weer 100 procent uit. ,,Dat is een goed teken, want dat betekent dat andere vakbonden erin zijn geslaagd om de 12,6 procent korting in te trekken. Nu wordt het tijd om solidair zijn met de andere vakbonden.”
De regering heeft het standpunt van Simar en Seppa vernomen en laat in een reactie weten dat ze het hier niet mee eens is. Volgens de regering is er nog ruimte om te onderhandelen, waardoor de vakbonden niet eenzijdig een beslissing kunnen nemen. De regering doet een beroep op Simar om te blijven onderhandelen en om, zolang die onderhandelingen gaande zijn, de huidige schooltijden in acht te nemen.