Van onze correspondent
Oranjestad - De door de Centrale Bank van Aruba (CBA) gehanteerde deviezenrestricties, inclusief de recent genomen maatregelen in de deviezensfeer, zijn enkel op ingezetenen van Aruba van toepassing en nodig om de florin overeind te houden. Dat stelt CBA in een persbericht naar aanleiding van een artikel in Amigoe.
Op 19 september publiceerde die krant in haar weekbijlage Napa het artikel ‘Deviezenrestricties in tijden van crisis’ door M. Wever. ,,Het artikel bevat naast een aantal ongefundeerde stellingen ook verschillende onjuistheden waarop CBA wenst in te gaan. Op 17 maart 2020 heeft de CBA - ter bescherming van de deviezenvoorraad en daarmee de monetaire stabiliteit (in casu de vaste koppeling van de Arubaanse florin met de US dollar) - deviezenrestricties uitgevaardigd, welke betrekking hebben op transacties betreffende het uitgaande kapitaalverkeer alsook op uitgaande winstuitkeringen en dividendovermakingen. Deze maatregelen zijn genomen omdat de deviezeninkomsten uit het toerisme, die gemiddeld ongeveer 75 procent van de totale deviezeninkomsten zijn, vrijwel compleet zijn weggevallen, terwijl de totale duur en impact van de Covid-19-pandemie op de Arubaanse economie nog onzeker zijn”, aldus CBA. In deze situatie noemt CBA het onvermijdelijk dat er maatregelen in de deviezensfeer zijn genomen, die het vertrouwen in de florin en daarmee de binnenlandse economische bedrijvigheid bestendigen. ,,Ook de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is hiertoe overgegaan en heeft vergelijkbare maatregelen in de deviezensfeer getroffen.”
CBA is zich ervan bewust dat de deviezenrestricties - die overigens een tijdelijk karakter hebben - door lokale personen en ondernemingen die in het buitenland willen investeren of andere kapitaaltransacties met het buitenland willen verrichten als belemmerend worden ervaren. ,,Echter, hierbij dient te worden bedacht dat het algemeen belang van het borgen van de monetaire stabiliteit, en daarmee financiële stabiliteit, zwaarder weegt dan bedoelde individuele belangen. De aanwezigheid van een toereikende deviezenvoorraad is niet alleen nodig ter handhaving van de vaste koppeling tussen de Arubaanse florin en de US dollar en daarmee het vertrouwen in de waardevastheid van de Arubaanse florin, maar ook noodzakelijk voor het kunnen borgen van de continuïteit van de importen van essentiële goederen en diensten uit het buitenland, alsmede om ingezetenen in staat te stellen om te kunnen blijven voldoen aan hun buitenlandse financiële verplichtingen, zoals het verrichten van aflossingen en rentebetalingen op reeds aangegane leningen met niet-ingezetenen.” De laatste zin in het artikel luidde: ‘Wat men wel weet is dat zonder nadere financiering er geen mogelijkheid is om deze tijden van economische crisis te overbruggen, en als het Land Aruba het financieel niet redt, dan redden de Arubanen het ook niet. Daar zullen de deviezenrestricties alsdan mede debet aan zijn’. ,,Dit is onbegrijpelijk, volledig uit de lucht gegrepen en pertinent onjuist. CBA ziet niet in hoe de laatste zin zich verhoudt tot de voorgaande zinnen in dit artikel. Integendeel, het handhaven van de monetaire stabiliteit is een essentiële randvoorwaarde voor economische groei, die gesteund wordt door het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de waardevastheid van de florin. Het artikel lijkt te suggereren dat het (tijdelijk) niet kunnen verstrekken van leningen aan niet-ingezetenen, het verrichten van investeringen in het buitenland en het verwerven van participaties in het buitenland een directe impact hebben op de economische bedrijvigheid in Aruba. Dit is onjuist”, reageert CBA. Ook het voorbeeld in het artikel waarbij wordt gesteld dat Arubaanse bedrijven met vestigingen op Curaçao, die deze vestigingen met Arubaans kapitaal zouden willen financieren, dat momenteel niet kunnen doen vanwege de deviezenrestricties en daardoor mogelijk failliet gaan, slaat volgens CBA de plank volledig mis. ,,Indien het gaat om een gezond bedrijf op Curaçao, dan zijn er voldoende mogelijkheden om op de Curaçaose kredietmarkt financiering te verkrijgen. Enkel in de situatie dat het bedrijf op Aruba als laatste redmiddel voor het bedrijf op Curaçao kapitaal moet inbrengen, kan het betekenen dat vanwege de bestaande kapitaalrestricties op Aruba het bedrijf op Curaçao zou kunnen failleren.” Hierbij wordt door CBA opgemerkt dat dit ook andersom geldt en dat het financieren van bedrijven in het buitenland geen directe bijdrage levert aan de economische bedrijvigheid op Aruba. ,,Tot slot is ook de stelling dat ‘inwoners die hun huis op Aruba wensen te verkopen en met de opbrengsten in het buitenland een huis wensen te kopen en te verhuizen komen bedrogen uit. Spaargelden die zij hier hebben opgebouwd kunnen ze niet naar het buitenland investeren, hun geld en kapitaal zit hier voorlopig vast’ onjuist. Immers, indien een Arubaanse ingezetene zich in het buitenland wil vestigen en zich dus uitschrijft uit het Bevolkingsregister van Aruba, is deze geen ingezetene meer”, aldus CBA, die hoopt met bovenstaande de geponeerde ongefundeerde stellingen en onjuistheden te hebben weerlegd c.q. te hebben gecorrigeerd.