Van onze redactie
Oranjestad - De AVP-fractie heeft naar aanleiding van de nationale toespraak van premier Evelyn Wever-Croes (MEP), waarin zij aangeeft de lokale kapitaalmarkt te betreden om het ontstane tekort te dekken, vragen gesteld.
Tegelijkertijd wil de oppositiepartij weten hoe het zit met de buitenlandse lening tot een maximum van 325,6 miljoen dollar, waarmee de Rijksministerraad (RMR) op 1 april 2020 heeft ingestemd. Bij Landsbesluit Financieringsbehoefte 2020-1 van 5 juni 2020 is het kabinet-Wever-Croes een buitenlandse onderhandse lening aangegaan voor een bedrag van 253,3 miljoen dollar met Credit Suisse. ,,Is onder de dezelfde machtiging een nieuwe lening aangegaan voor het resterend bedrag van 72,3 miljoen (130 miljoen florin)?”, wil het Statenlid Richard Arends weten.
,,Zo ja, wanneer?” En: ,,Waren deze middelen bestemd voor schuldaflossing of voor dekking van de financieringsbehoefte en liquiditeit?”, vervolgt het parlementslid, dat vraagt of de Staten een geactualiseerde liquiditeitsprognose van het Land kunnen krijgen, inclusief én exclusief de liquiditeitssteun vanuit Nederland. Hetzelfde geldt voor de resterende financieringsbehoefte van het Land.
,,Onze fractie heeft kennisgenomen van een nationale toespraak van de minister-president van 10 september 2020 over de voortgang van de onderhandelingen met Nederland inzake de derde tranche aan liquiditeitssteun van 204 miljoen florin. Volgens de minister-president heeft Nederland het tijdsverloop van deze derde tranche van drie maanden naar vijf maanden verlengd.”
Hierdoor zou er een additioneel tekort zijn ontstaan, aldus de minister-president tijdens haar toespraak en in haar schrijven aan de Staten van dezelfde datum. ,,Om dit additionele tekort te dekken zou Aruba de internationale kapitaalmarkt betreden, teneinde een (buitenlandse) lening aan te gaan. Deze uitspraak bleek foutief en is later gecorrigeerd: teneinde het ontstane tekort te dekken zal Aruba de ‘lokale’ kapitaalmarkt betreden.”
In het kader hiervan heeft Arends een aantal vragen. Zo wil hij weten hoe groot het (ontstane) additioneel tekort is door de wijziging van het tijdsverloop van de derde tranche, waar Wever-Croes naar refereert. ,,Welk bedrag zal worden geleend?”
Ook vraagt het AVP-lid welk financieringsinstrument - schuldpapieren, onderhandse lening, schatkistpromesse - zal worden toegepast om deze lening aan te gaan. ,,Tegen welk percentage zal de lening worden aangegaan? Welke (financiële) instelling of organisatie fungeert als agent?”
Arends vraagt zich verder af of een ‘preliminair onderzoek’ van de lokale kapitaalmarkt heeft plaatsgevonden. ,,Zo ja, door welke instantie? Zou u de resultaten met de Staten kunnen delen? Welke lokale institutionele investeerders zijn in dit preliminair onderzoek geïdentificeerd?”
Het fractielid wil meer informatie over de inschrijving en of die voor deze lening al is begonnen, maar tevens ‘waarvoor deze middelen bestemd zullen worden’.
Arends wijst erop dat in de suppletoire begroting 2020 het financieringssaldo verlaagd is naar 1,1 miljard florin ten opzichte van nog 1,6 miljard eerder in de begroting 2020. ,,Hoeveel van dit (nieuw) financieringssaldo is reeds gedekt (inclusief liquiditeitssteun vanuit Nederland)?”
Tot slot deze cruciale vraag van Statenlid Arends aan de regeringsleider: ,,Heeft het zelf betreden van Aruba op de kapitaalmarkt gevolgen voor de onderhandelingen met Nederland? Deze vraag is mede in het licht van de verklaring van staatssecretaris Knops op 11 september 2020 na afloop van de Rijksministerraad.”