Van onze correspondent
Oranjestad - Onverwachte ontwikkelingen in de Arubaanse regering. Het debat over de motie van wantrouwen tegen minister Marisol Lopez-Tromp (POR) werd aan het begin van de avond onverwacht opgeschort wegens een spoedvergadering in het kantoor van minister-president Evelyn Wever-Croes (MEP). Lopez-Tromp werd tijdens een lange schorsing aan het einde van de middag uitgenodigd om deel te nemen aan dit overleg, waaraan naar verluidt regeringspartijen MEP en POR deelnamen. Het zou gaan om een lijmpoging, waaraan de bewindsvrouw haar medewerking wel wilde verlenen. Het zou niet verwonderlijk zijn als de premier minister Andin Bikker heeft overgehaald om zijn standpunt over zijn partijgenote te herzien. Bikker weigerde een week geleden om nog aan de ministerraad deel te nemen, als Lopez-Tromp aanwezig was.
De bewindsvrouw maakte in de Staten een krachtige indruk en liet zich niet uit het veld slaan. Naar alle waarschijnlijkheid zou ze de motie van wantrouwen wel overleven, want de vertegenwoordiger van de kleinste regeringspartij RED, liet onomwonden weten dat de minister van hem niet weg hoefde. Ook bij Statenleden van de MEP was niet iedereen overtuigd, zeker niet na de uiterst felle retirade van Lopez-Tromp, die zich inzet om corruptie en vriendjespolitiek te verbannen uit de departementen waarover zij de leiding heeft. Haar eigen partijleden, de indieners van de motie van wantrouwen, lieten zelfs weten dat als de bewindsvrouw niet zou moeten vertrekken, ze de regering zouden laten vallen, wat tot goedkeuring van de oppositie leidde, maar niet goed viel bij de MEP. Bij het ter perse gaan van deze krant waren de laatste ontwikkelingen nog niet bekend.
,,Ben ik individualistisch, geen teamplayer, slecht in communicatie, omdat ik de regels van good governance volg en geen gehoor geef aan dubieuze politieke instructies? In elk geval zie ik geen reden om op te stappen.” Minister Marisol Lopez-Tromp (POR) van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, moest zich gisteren in de Staten van Aruba verantwoorden over het door haar gevoerde beleid. De bewindsvrouw was een dag eerder teruggekomen uit Nederland om het debat bij te wonen. Haar partijleden Andin Bikker, Delianire Maduro en Alan Howell hadden het vertrouwen in de bewindsvrouw opgezegd. Justitieminister Bikker speelde een week geleden politiek hoog spel door de minister-president te laten weten dat hij geen vergaderingen van de ministerraad bijwoont, als Lopez-Tromp daarbij aanwezig is.
Concreet verwijten de POR-leden Lopez-Tromp vooral dat ze Parke Arikok steunt in het verbod op ATV’s en UTV’s in de beschermde natuurgebieden. Volgens Maduro komt daardoor de broodwinning van de touroperators en hun personeel in gevaar. Daarnaast vindt het Statenlid dat er met twee maten gemeten wordt, omdat jeeps het park wel in mogen. Ook het verbod op speervissen, een al tien jaar bestaande wet, is POR een doorn in het oog. Ook hier zou het gaan om verlies van inkomsten.
Lopez-Tromp vroeg de Staten wat ze dan had moeten doen: ,,Ik ben ingezworen als minister van Milieu, met als taak de natuur te beschermen. Ik bekijk onze wetten, internationale verdragen en bespreek dan met adviseurs en deskundigen wat de beste beslissing is. Ik heb gedaan wat de Staten me hebben opgedragen, ten aanzien van de bescherming van zestien natuurgebieden. Het kan toch niet zo zijn dat ik een beslissing neem omdat een andere minister me dat opdraagt?” Daarnaast heeft de bewindsvrouw beperkte zeggenschap ten aanzien van Fundacion Nacional Parke Arikok. ,,Arikok is een autonome stichting. Ik kan hen niet vertellen wat ze doen moeten, alleen steun bieden waar dat nodig is. De minister van Justitie wil speervissen toestaan, zonder voorwaarden of beperkingen. Dat druist in tegen nationale en internationale wetgeving. Dat kan ik toch niet doen?” Een ander kritiekpunt was de surseance van betaling bij Serlimar. Volgens Bikker was Lopez-Tromp fout bezig door het zover te laten komen. ,,Ook hier is sprake van een zelfstandige organisatie, een bedrijf, geen overheidsdienst. Toen ik aantrad bleek de situatie bij Serlimar nog veel slechter dan ik als Statenlid had gehoord. De directeur bleek niet te functioneren en is door de Raad van Toezicht ontslagen. Ik heb wel geholpen een vervanger te vinden en de Staten gevraagd om een kapitaalinjectie. In de organisatie bleken mensen een salaris te ontvangen, terwijl daar geen of nauwelijks werk tegenover stond. Deze acties bleken niet goed te vallen bij mijn eigen partij. Het ging immers om de broodwinning van mensen? Moet de broodwinning van een enkeling als politieke gunst dan zwaarder tellen dan het voortbestaan van Serlimar? Bovendien zijn deze beslissingen niet door mij genomen, maar door de top van Serlimar. Ik respecteer de regels van good governance, in lijn met het regeerakkoord, maar dat wordt mij niet in dank afgenomen.”