Van onze correspondent
Oranjestad - De horeca wordt zwaar getroffen door de coronacrisis, nu er geen toeristen meer zijn. Het meeste personeel is naar huis gestuurd, waar mogelijk met, maar vaak ook zonder doorbetaling van het salaris.
Jan van Nes, voorzitter van de Aruba Food & Beverage Association (AF&BA), verzet zich tegen het beeld van horeca-exploitanten die bij het minste of geringste het personeel op straat zetten. Volgens hem zijn de fiscale lasten van de horeca sinds 2013 sterk verzwaard, waardoor ondernemers geen reserves hebben kunnen opbouwen. ,,De Aruba Hotel en Tourism Association publiceerde recent een lijst met verzwarende fiscale maatregelen die sinds 2013 haar intrede deden. Hieruit blijkt dat de horecasector keer op keer wordt verrast met ‘aanpassingen’ die de ‘cost of business’ alleen maar opschroeven. Is het een verrassing dat het voor deze sector wel erg moeilijk is om reserves op te bouwen? De maatregelen die in het jasje van fiscale hervorming worden ingeluid hebben tot doel om het tekort van de overheid te verlagen. Een overheid die betrekkelijk weinig doet om haar eigen personeelskosten in te perken.”
Van Nes vindt dat de Arubaanse overheid er wel heel lang over doet om met een concreet noodplan te komen. ,,De horecasector, bestaande uit 5.000 employees, staat grotendeels stil. Het overheidsapparaat van 5.000 employees heeft nog steeds inkomenszekerheid. Volgens onze premier gaat iedereen inleveren, maar het zou de overheid sieren het niet alleen bij woorden te laten.”
Een lichtpuntje is volgens de voorzitter de timeshare-sector. ,,Momenteel geeft deze sector, die ongeveer veertig procent van de kamers bestrijkt, een zeker houvast dat niet iedereen op straat komt te staan. Daar staat weer tegenover dat ook de cost of business van deze sector het afgelopen jaar een stevige onverwachte klap kreeg door de grondbelasting die voor een hotel als Costa Linda bijvoorbeeld 170.000 florin betrof, die niet begroot was. Daarnaast is er strandbelasting ingevoerd. Zeker is echter wel dat de timeshare-sector in staat is de klappen beter op te vangen dan de hotelsector die van de ene week na de andere zero occupancy registreerden en afhankelijk is van inkomsten…….die nu nul zijn!”
,,Hoe sociaal is de restaurant- en barsector? Of hoe asociaal? Wat kan van deze sector verwacht worden nu de sector, op enkele deliveries and take out na, dicht is? Kunnen de Mom & Dad-operators hun employees nog enkele maanden onderhouden? Waarom heeft deze sector geen reserves opgebouwd?” Deze vragen gaat Van Nes te lijf. ,,Ik ken geen enkele operator die er plezier in heeft zijn/haar restaurant te sluiten met als gevolg het personeel een onzekere toekomst te bieden. Het doet pijn, veel pijn. Als wij met enige zekerheid konden vaststellen dat dit een maand of twee ging duren dan was er licht aan het einde van de tunnel. Mijn persoonlijke mening is dat dit misschien maanden kan gaan duren. De salarissen nu voor enkele maanden garanderen betekent dan dat er geen reserve is voor een startup wanneer de crisis grotendeels voorbij is. En dat betekent sluiten, en dat is volgens de overheid geen optie.”
Van Nes erkent overigens wel dat er te veel restaurants zijn op Aruba. ,,Tussen 2010 en 2020 zijn er zo’n 200 restaurants geopend, waarvan velen met kleine winstmarges als gevolg. Verscheidene van de nieuwkomers sluiten binnen het eerste jaar.” Hij verwacht niet dat de meeste operators hun employees nog enkele maanden kunnen houden. Op de vraag waarom de sector geen reserves heeft opgebouwd, zegt hij: ,,Omdat het constant water naar de zee dragen is aangezien wij gezamenlijk de staatsschuld moeten dragen. De reserve is er voor het onverwacht repareren van de afwasmachine of ijsmachine of het opnieuw drukken van de menu’s toen bij wet besloten werd de BBO in de prijs op te voegen. De lage compliance van hen die geen belasting betalen verzwaart daarnaast de last van hen die wel netjes hun belasting betalen. Degenen die hun belasting niet betaalden worden nu beloond met een korting! Betaalde iedereen netjes hun fair share, dan hadden wij nu een noodfonds!”
Als voorzitter van AF&BA vraagt Van Nes de overheid om van haar 5.000 employees een fikse bijdrage te vragen die in een noodfonds wordt gestort ter betaling van de horecasector. ,,En laten we dan een goed plan maken (met minder bureaucratie) om het eiland, wanneer alles weer een beetje normaal wordt, op te starten. Georganiseerd, want een massale opstart betekent dat weer vele operators het niet redden en dan zijn we weer terug bij af.”