Van onze correspondent
Oranjestad - ,,Het is volkomen duidelijk dat de vorige regering een dikke vieze onvoldoende krijgt van de Rekenkamer.” Dat zei Statenlid Alan Howell (POR) tijdens het debat over het programma BoAruba.
Howell vergeleek het oordeel van de Algemene Rekenkamer van Aruba (ARA) met dat van een schoolmeester die een leerling een dikke onvoldoende moet geven en die daardoor blijft zitten. ,,Het is duidelijk dat niet is gelet op de financiële consequenties van al die projecten. De huidige regering heeft nog tot 2044 nodig om de negatieve effecten van dit beleid te repareren.” De POR-fractie diende een motie in om een onderzoek in te stellen naar BO Aruba, om na te gaan of er strafbare feiten zijn gepleegd.
Rocco Tjon, fractievoorzitter van MEP, kon al een eerste strafbaar feit noemen. ,,In het rapport staat dat de toenmalige regering tot viermaal toe gevraagd is op de bevindingen van ARA te reageren. Het is een overtreding van de wet dat de AVP-bewindslieden dat niet hebben gedaan.” Volgens Tjon is voor 1.600 miljoen florin aan projecten opgezet, zonder dat daar openbare aanbestedingen voor zijn gehouden. Ook dat is volgens hem tegen de wet.
De Statenleden hebben de teneur van het rapport van de rekenkamer goed begrepen. ,,Gezien de financiële situatie van het Land is bij de besteding van publieke middelen extra voorzichtigheid geboden. Alle financiële aspecten, de gevolgen en risico’s moeten voor de Staten inzichtelijk zijn. Ook is het van groot belang dat na oplevering van de projecten, zowel het economisch als maatschappelijk resultaat van de investeringen gehandhaafd blijft. Het onderhoudsaspect dient integraal meegenomen te worden in de planningsfase van een project, om te voorkomen dat over een aantal jaren weer forse investeringen moeten worden gemaakt. Uit onderzoek blijkt dat er bij BO Aruba risico’s bestaan rond de besteding van middelen.”
Dat onderzoek heeft uitgewezen dat het geen gangbare zaak was om standaard haalbaarheidsstudies en diepgaande risicoanalyses te (laten) verrichten om een inschatting te maken van de financiële of economische haalbaarheid van projecten. ,,Er is een gebrek aan eindevaluaties na de totstandkoming van projecten. Met evaluaties wordt niet alleen de evaluatie van het (bouw)proces bedoeld, maar ook het achteraf meten of de van tevoren geformuleerde doelstellingen zijn bereikt op een efficiënte wijze, binnen een vastgesteld budget. Evaluaties worden bemoeilijkt omdat vaak geen doelstellingen zijn geformuleerd of geen meetindicatoren zijn aangegeven. De duurzaamheid van de projecten is niet gewaarborgd.
Het onderhoudsaspect, dat belangrijk is om de oorspronkelijke investering te waarborgen, wordt niet concreet uitgewerkt, hoewel dit aspect bij de meeste projecten wel als risico wordt genoemd. Er bestaat geen overkoepelend onderhoudsplan en voor het onderhoud van gebouwen wordt vaak geen middelen toegekend. Er is een gebrek aan transparantie, omdat er in onvoldoende mate (financiële) verantwoording wordt afgelegd over BO Aruba. Hoewel in de Landsbegrotingen over de opeenvolgende jaren vanaf 2010 informatie wordt gegeven over BO Aruba, wordt geen inzicht gegeven in de mate waarin uitgevoerde projecten hebben bijgedragen aan de oplossing van een gesignaleerd probleem en tegen welke prijs. Het gebrek aan transparantie is ook te zien bij acht gevallen waarin afgeweken wordt van openbare aanbestedingen, zonder dat de reden hiervoor in een ministeriële beschikking is vastgelegd”, aldus de rekenkamer in het rapport.