Van onze correspondent
Oranjestad - Minister Andin Bikker van Justitie verwacht een positieve houding van Nederland ten aanzien van zijn pleidooi voor een nieuw gevangeniscomplex.
De Nederlandse Inspectie Justitie en Veiligheid trok vorig jaar aan de bel vanwege de belabberde omstandigheden waaronder de gedetineerden hun dagen slijten.
De omstandigheden in het Korrektie Instituut Aruba (KIA) zijn weer niet verbeterd ten opzichte van een jaar geleden. Daarmee is de uitvoering van het in 2016 ingezette verbeterprogramma tot stilstand gekomen.
De verbeteringen zijn onder meer nodig op het gebied van huisvesting, dagactiviteiten en personeelsbeleid. Zo is de staat van de strafcellen ondermaats, het aanbod aan activiteiten zeer beperkt en is de druk op het personeel zeer hoog, onder meer door het uitblijven van een reorganisatie. Deze conclusie trok de Inspectie Justitie en Veiligheid vorig jaar.
De Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) houdt toezicht op het verbeterprogramma van het KIA. Dat programma werd opgesteld na een uiterst kritisch rapport uit 2014 van het European Committee for the Prevention of Torture or degrading treatment or punishment (CPT).
In het KIA is op veel gebieden geen verbetering zichtbaar ten opzichte van het vorige inspectiebezoek in 2017. Er is geen aparte huisvesting of een aangepast programma voor jeugdigen, die daardoor nabij de volwassenen verblijven. Het aanbod van activiteiten is nog net zo beperkt als in 2014, met als gevolg dat gedetineerden vele uren op hun cel moeten doorbrengen. Ook zijn er zorgen op het gebied van veiligheid en onderhoud van het complex. Veel hardware functioneert niet naar behoren. Een gedetineerde had als baantje het openen en sluiten van de defecte toegangspoort ’s ochtends en ’s avonds. Wel is het camerasysteem vernieuwd waardoor er beter toezicht kan worden gehouden in het complex.
De Inspectie maakt zich zorgen over de continuïteit van het management; een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het verbeterprogramma. Aan veel ontwikkelingen is abrupt een einde gekomen door het vertrek van de directeur van KIA in september 2017. Ook is de betrokkenheid vanuit het Arubaanse ministerie van Justitie veranderd na de verkiezingen en regeringswissel. De nieuwe minister heeft de door zijn voorganger in gang gezette personele reorganisatie nog niet doorgevoerd. Bij het KIA werken bijvoorbeeld veel ‘fictieve’ ambtenaren, die wel op de loonlijst staan maar nooit op het werk verschijnen. De Inspectie heeft evenwel waardering voor het feit dat de huidige leiding en medewerkers - met het nodige kunst en vliegwerk - in staat zijn om de inrichting draaiende te houden.
De inspectie heeft de regering van Aruba met klem opgeroepen om de noodzaak in te zien van het doorvoeren van het verbeterprogramma en om de draad weer op te pakken.