Van onze correspondent
Oranjestad - De regering houdt zich aan de afspraken, maar het College Aruba financieel toezicht (CAft) gaat buiten zijn boekje. Dat is in het kort de reactie van de regering van Aruba op het recente commentaar van het CAft op de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) in wording.
Het CAft constateerde in het commentaar op de eerste Uitvoeringsrapportage van dit jaar dat de minister niet voornemens is een aantal aanbevelingen van het CAft op te volgen. Voor een aantal andere aanbevelingen stelde het CAft vast dat de minister onvoldoende duidelijk maakt in hoeverre en op welke wijze opvolging wordt gegeven aan deze aanbevelingen. Het CAft ging zelfs zover dat het voor afgelopen week geplande bezoek aan Aruba werd afgezegd.
Volgens minister Xiomara Ruiz-Maduro van Economische Zaken, Financiën en Cultuur spreekt het CAft de regering aan op een amendement van de Staten, waarbij het college een eigen interpretatie volgt in plaats van de feiten. ,,De regering en ook het CAft moeten zich houden aan het geldend toetsingskader Landsverordening Aruba financieel toezicht van voor 22 november 2018. De regering heeft ter vervanging van de inmiddels afgelopen LAft een wetsvoorstel ingediend met twee wijzigingen, namelijk de vervanging van de begrotingsnormen door de afgesproken normen in het protocol en de aanpassing op verzoek van Nederland, waardoor ook ex-politici lid van het CAft kunnen worden. De taken en bevoegdheden van het CAft zijn dus volgens de LAft zoals die momenteel luidt”, benadrukt de bewindsvrouw.
De LAft bevat een procedure voor advisering over ontwerpbegrotingen en de beoordeling van begrotingen door CAft. In andere artikelen wordt een procedure omschreven ten aanzien van begrotingen en de verantwoording daarover. ,,Dit laatste is echter afhankelijk van het bestaan van formeel vastgestelde begrotingsnormen voor de desbetreffende jaren, Hiervan is momenteel geen sprake”, stelt Ruiz-Maduro.
In het protocol dat in november vorig jaar werd overeengekomen tussen Aruba en Nederland zijn begrotingsnormen voor de jaren 2019, 2020 en 2021 afgesproken. Vooruitlopend op de verwerking daarvan in de LAft is de regering bij de opstelling van de Landsbegroting 2019 uitgegaan van de afgesproken begrotingsnorm. De adviezen van het CAft zijn in overweging genomen. Het protocol levert op zichzelf echter geen juridische rechten en plichten op voor de landen ten aanzien van de beoordeling van de begroting van Aruba en de daarbij te volgen procedure, zeker niet indien de uitwerking ervan nog nader wettelijk geregeld dient te worden. Dat laatste wordt in het protocol onderkend.
De Financiënminister concludeert dan ook: ,,Het formeel ontbreken van een begrotingsnorm betekent dus dat er momenteel geen juridische grondslag bestaat voor een advies van het CAft op basis van artikel 11. Dat betekent dat ook artikel 12 van de LAft, inhoudende escalatie naar de Rijksministerraad momenteel niet toegepast kan worden.”
De bewindsvrouw benadrukt dat de regering volgens haar voldaan heeft aan het protocol door bij de Staten een wetsvoorstel in te dienen, houdende aanpassing van de LAft zodat die voldoet aan de voor 2019 afgesproken begrotingsnorm en waarbij het CAft is betrokken. ,,Zonder deze wijzigingen zou uw College niet legitiem kunnen handelen bij gebrek aan normen.”
Ze legt uit wat het gewraakte amendement van de Staten voor gevolgen heeft: ,,Ten tijde van de behandeling van dit wetsontwerp heeft de Staten van Aruba besloten om in lijn met het advies van de Raad van Advies de zwaarwegende staatsrechtelijke gebreken op te heffen. Daarbij is in de tekst ‘regering van het Koninkrijk’ vervangen door ‘de Staten’. De intentie van de Staten is niet om het toezicht door het CAft te doen beëindigen, maar om dit in lijn te brengen met het advies van de Raad van Advies. CAft zal haar taak blijven uitoefenen, maar met het verschil dat niet de regering van het Koninkrijk, maar de Staten als controleorgaan zal optreden.”
Inhoudelijk is de minister het ook niet eens met de kritiek van het CAft. ,,U geeft aan dat in strijd met de Comptabiliteitsverordening van Aruba wordt gehandeld, maar zonder de desbetreffende bepalingen te noemen. ,,Het niet naar genoegen van het CAft onderbouwen van de besparingsmaatregelen in het Beleidsplan Verlaging Personeelslasten (BVP) of het niet tijdig overleggen van een integraal belastingplan (waar het protocol niet over rept) vormen echter geen strijdigheid met de Comptabiliteitsverordening. De verplichting van het Land om te voldoen aan de personeelslastennorm vloeit voort uit het BVP, zoals overeengekomen in het protocol.”
Ze is het ook niet eens met de kritiek op de begrotingsuitvoering: ,,Bijzonder uw oordeel over de opvolging van aanbevelingen, ondanks alle aangeleverde informatie en mondelinge onderbouwing, is de tegenstrijdigheid ervan. Ten aanzien van de begrotingsuitvoering, waar het eigenlijk over hoort te gaan, luidt uw oordeel positief. Tegelijkertijd komt het CAft met de niet nader onderbouwde bewering dat de aanbevelingen over de begrotingsopstelling niet opgevolgd worden. Het lijkt erop dat het CAft eerst positief oordeelt over de begroting en de uitvoering daarna in twijfel trekt.” Ter illustratie verwijst de bewindsvrouw naar de opmerkingen van het CAft over de stijgende zorgkosten. ,,Daarop heb ik aangegeven dat een beleidsdoorlichting wordt opgestart, ten aanzien waarvan de meest actuele informatie aan het CAft is verstrekt. Verder heeft uw College maandelijks contact met de AZV over de zorgkosten. Toch kiest het CAft om direct te escaleren en mij te verwijten dat de aanbevelingen van het CAft niet worden opgevolgd.”
De bewindsvrouw benadrukt dat de AZV instrumenten heeft ingezet om de zorgkosten beter te beheersen, zoals lumpsumafspraken met zorgverleners, plafondafspraken met medisch specialisten en prijsafspraken met apothekers en buitenlandse zorgaanbieders. Ze relativeert de problemen door aan te geven dat de premie-inkomsten tot en met de maand mei van dit jaar dertien procent hoger zijn dat in de eerste vijf maanden van 2018. ,,Kortom, op dit moment lijkt de afgesproken norm van -0,5 procent van het bruto binnenlands product niet in gevaar te komen.”
Als kritische noot voegt Ruiz-Maduro nog toe dat het haar stoort dat brieven van het CAft al in de pers verschijnen, nog voordat die haar bureau hebben bereikt. ,,In februari van dit jaar hebben we met elkaar afgesproken om onze onderlinge communicatie en informatievoorziening beter met elkaar af te stemmen.”
Volgens de minister valt het te benoemen personeel voor het Interim Begrotingsfonds Sociaal Crisis Plan (IBSCP) buiten het kader van de personeelslastennorm. ,,Het benodigde personeel daarvoor is namelijk afkomstig uit het ambtenarenbestand en dus al meegeteld. Met andere woorden, het CAft dient de interpretatie van het begrip personeelslasten te volgen, zoals afgesproken in het protocol, maar heeft een interpretatie van het begrip aan de Rijksministerraad voorgelegd die door het Land ten stelligste wordt bestreden. Conform de afspraken met het CAft heeft de regering de voortgangsrapportages van het IBSCP aan het CAft overhandigd. Aruba is bij tot en met het eerste kwartaal van dit jaar.”
Ten aanzien van de personeelslasten in zijn algemeenheid, zit de regering wel in zijn maag met de afspraken. ,,Uw kritiek op het BVP wordt gedeeld. Het plan is onder extreem hoge druk ontstaan, met gevolgen voor de kwaliteit ervan. Intussen is besloten om het BVP zodanig aan te passen dat er sprake is van meer beheersing en het kunnen projecteren van de mate waarin de personeelslastennorm behaald wordt.” Ruiz-Maduro verwacht dat dit in de tweede Uitvoeringsrapportage gepresenteerd wordt. Dat geldt ook voor het Integraal Belastingplan.
Samenvattend stelt zij, en schrijft dat ook aan de voorzitter van het CAft, Raymond Gradus: ,,De regering deelt niet het oordeel van het CAft dat het Land niet het voornemen heeft om de aanbevelingen van het CAft op te volgen. Het Land heeft zeker rekening gehouden met de aanbevelingen.”