Van onze correspondent
Oranjestad - Met de goedkeuring van de nieuwe Landsverordening Aruba tijdelijk financieel toezicht (LAft), inclusief amendement, hebben de Staten van Aruba het financieel beleid van Aruba weer in eigen handen. ,,Waar het hoort”, aldus de fractieleider van regeringspartij MEP, Rocco Tjon.
In een lijvig document staan talloze wijzigingen opgesomd die de verantwoordelijkheid van Nederland en het Koninkrijk der Nederlanden uit de ontwerpwet strepen. Het amendement is een uitwerking van de motie die op 4 september vorig jaar door de Staten van Aruba werd aangenomen. Daarin staat dat het financieel toezicht tot en met 2021 wettelijk wordt ingebed als overgangsfase voor een verantwoorde overstap naar financieel toezicht door een eigen Arubaanse begrotingskamer.
In die motie wordt ook gepleit voor wijzigingen in de LAft, omdat die volgens de indieners in strijd is met de Arubaanse Staatsregeling en het Statuut voor het Koninkrijk. Reden voor het uitbrengen van de motie was onder andere een rapport van de Raad van Advies (RvA), waarin op deze strijdigheden werd gewezen.
In het amendement wordt gesteld dat in 2015 afspraken zijn gemaakt tussen de toenmalige Arubaanse regering en die van Nederland, over toezicht op de openbare financiën van Aruba. ,,Ondanks de door de RvA geconstateerde staatsrechtelijke gebreken en strijdigheden met het Statuut, is de LAft toch aangenomen door de Staten van Aruba.”
De regeringsfracties menen dat de huidige regering niet verplicht is de lijn te volgen die door de vorige regering overeen is gekomen met Nederland. ,,Een protocol kan het recht van de Staten van Aruba om landsverordeningen vast te stellen, niet inperken. Daarbij kan het parlement nieuwe wetten maken, zonder daarbij geblokkeerd te worden door eerder vastgestelde wetgeving, zo heeft de Raad van State vastgesteld”, aldus de toelichting op het amendement.
Angst voor financiële chaos hoeft er volgens de meerderheid in de Staten niet te zijn: ,,Sinds de vrije verkiezingen in september 2017 is er een nieuw kabinet aangetreden. Het financieel economisch beleid is verankerd in een Financieel Economisch Memorandum (FEM), dat gezamenlijk met de ontwerp-Landsbegroting 2018 aan de Staten is aangeboden. Tevens heeft het CAft van het FEM gebruikgemaakt bij zijn toetsing en is het FEM erkend in het nieuwe protocol dat ondertekend is tussen Aruba en Nederland in november 2018. Om tot duurzame overheidsfinanciën te komen is het net zo belangrijk dat er naast het voeren van verantwoordelijk beleid ook initiatieven ondernomen worden om de rechtsstaat te versterken, zodat er een gedegen controle plaatsvindt. Aan de hand van verschillende moties van de Staten, de werkzaamheden van de commissie Versterking Democratisch Bestel en de introductie van een Integriteitskamer, krijgt ook het staatsrechtelijk aspect momenteel de vereiste aandacht.”