Fracties MAN, PAR en TpK: Nu uitleg aan bevolking over Coho
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Hoewel de Staten pas na 3 september de Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) kunnen bestuderen, wil het parlement van Curaçao niet tot dan wachten en wordt nu al nadere uitleg van de regering geëist.
In een schrijven aan de Statenvoorzitter verzoeken de fracties van MAN, PAR en Trabou pa Kòrsou (TpK) haar een vergadering van de Centrale Commissie op te roepen om daarin het Coho te behandelen.
De regering heeft op 10 augustus een persconferentie gegeven waarbij uitleg werd gegeven over het besluit van het kabinet-Pisas om met Nederland een akkoord te tekenen voor het Coho. Minister-president Gilmar Pisas vertelde tijdens de persconferentie dat de vier landen binnen het Koninkrijk consensus hebben bereikt over de rijkswet. ,,Gezien de omvang en impact van deze wet is het belangrijk dat de bevolking en de Staten meer informatie krijgen en dat de Staten de kans krijgen met de regering in debat te treden over deze belangrijke wet voor het land”, aldus de fracties, die willen dat premier Pisas wordt uitgenodigd voor deze vergadering.
Op 10 augustus zijn de regeringen van Curaçao, Aruba, Sint Maarten (CAS) en Nederland het eens geworden over de Rijkswet Coho.
Het wetsvoorstel kan nadat er in de Rijksministerraad mee is ingestemd - waarschijnlijk gebeurt dat op 3 september - naar de parlementen worden gestuurd, maar zo blijkt nu, de Staten willen niet tot die datum wachten, en eisen nu al uitleg van de regering. Vooral in de Staten van Curaçao en Sint Maarten waren de afgelopen maanden kritische geluiden te horen.
Staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakte de overeenstemming over de Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) op 10 augustus bekend. In de afgelopen maanden hebben verschillende gespreksrondes plaatsgevonden tussen de partijen over de adviezen van de Raad van State en de Caribische Raden van Advies. Op basis daarvan is het wetsvoorstel aangepast. Het eigenaarschap van de CAS-landen voor de hervormingen wordt in het wetsvoorstel vergroot. Zo zijn ze verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van de plannen van aanpak. De bevoegdheden van het Coho beperken zich tot het ondersteunen van en het houden van toezicht op de hervormingen. De landen zullen bovendien worden betrokken bij de op te stellen beleidsregels van het Coho.
De rol van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) richt zich op de uitvoeringsagenda die door het Coho samen met de landen wordt opgesteld. BZK kan aanwijzingen geven aan het Coho wanneer er indicaties zijn dat met de uitvoeringsagenda buiten de grenzen van het landspakket wordt getreden. Met deze bevoegdheid zal terughoudend worden omgegaan, beloofde Knops.
In het aangepaste wetsvoorstel wordt het verscherpt financieel toezicht vervangen door een begrotingstoets die wordt uitgevoerd door het College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft). Het college gaat toetsen of de concrete activiteiten in de uitvoeringsagenda op een verantwoorde wijze zijn vertaald naar de begroting. Daarnaast wordt getoetst of in de begroting elementen zijn opgenomen die het landspakket doorkruisen. Het Coho houdt hierop geen toezicht, dat doen de financiële toezichthouders via verruiming van het reeds bestaande begrotingstoezicht.
Voor de samenstelling en benoeming van het Coho-bestuur is een compromis bereikt waar alle landen zich in kunnen vinden. Van de drie leden van het bestuur zullen ten minste twee leden, waaronder de voorzitter, aantoonbaar affiniteit hebben met de Caribische landen binnen het Koninkrijk. Naast de benoemingscriteria is ook overeenstemming bereikt over de benoemingsprocedure, waarbij de landen de benoemingsadviescommissie vormen.