In geval van massale afvloeiing werknemers Isla-raffinaderij
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Premier Eugene Rhuggenaath (PAR) heeft de Isla-vakbonden geadviseerd de bankiersvereniging CBA een officieel schrijven te sturen, waarin de banken om enige coulance wordt gevraagd in het geval individuele werknemers van de raffinaderij in problemen komen bij afvloeiing van personeel.
Of de brief intussen is uitgestuurd is nog niet bekend. De Curaçao Bankers Association (CBA) heeft dit onderwerp binnen de vereniging zelf ook al besproken en volgens de premier staan de banken wel open voor tijdelijke tegemoetkoming in een scenario waarbij sprake is van (massa)ontslag. ,,Heel gedetailleerd is er niet over gesproken, maar op hoofdlijnen is het punt al wel aan de orde geweest. Daarom heb ik de bonden aanbevolen een brief uit te sturen met de nodige gegevens, zodat de bankiersvereniging erover kan vergaderen.”
Het gaat erom dat de ruim duizend werknemers die rechtstreeks voor Refineria Isla/PdVSA werken en auto- en andere leningen hebben en hypotheekfinanciering, in het geval van grootschalige afvloeiing waarschijnlijk niet aan hun financiële aflossingsverplichtingen kunnen doen; immers zij zijn hun baan en dus hun vaste inkomen kwijt.
In zo’n geval kan de bank zich gedurende een bepaalde periode coulant opstellen, vergelijkbaar met de situatie op Sint Maarten na orkaan Irma in september 2017. De meeste lokale banken en financiële instellingen stemden in met een ‘grace period’, waarin individuele rekeninghouders tijdelijk vrijgesteld werden van afbetaling- en soms ook rentebetalingen.
Leo Rigaud, voorzitter van CBA, wil in dit stadium nog niet inhoudelijk ingaan op wat er is besproken, maar zegt wel bereid te zijn de zorgen over te brengen aan de leden van de bankiersvereniging.
De toekomst van het voortbestaan van de raffinaderij is zeven maanden voordat het leasecontract met het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA officieel afloopt nog erg onzeker, nu er nog geen contract is getekend met of uitzicht is op een nieuwe operator. De banen van ruim duizend werknemers staan hiermee op de tocht, wat al het geval is voor de evenveel of meer die indirect - via (onder)aannemers - voor de Isla werken.
Mogelijk zelfs al eerder, want doordat levering van ruwe olie uitblijft (als gevolg van een combinatie van de crisis in Venezuela, astronomische PdVSA-schulden en beslagleggingen en de sancties van de Verenigde Staten en andere landen tegen Venezuela) staat de Isla nagenoeg stil en is het elke maand de vraag tot wanneer de salarissen kunnen worden uitbetaald. Afgelopen week meldde de Venezolaanse directeur Vanessa Flores dat dat tot juni nog wel goed zit en mogelijk ook langer, maar zij en de woordvoerder kunnen niet concreet zeggen tot welke maand er geld is.
Volgens Rigaud bepaalt elke bank afzonderlijk hoe om te gaan met Isla-werknemers die zonder inkomen komen te zitten. Hoeveel invloed dit op zijn beurt op een bank heeft, hangt af van het aantal werknemers dat de bank in de leningenportefeuille als klant heeft. Dat zo’n scenario een negatief effect op de economie en het bankwezen zal hebben is volgens Rigaud ‘logisch’, maar wat het effect uitgedrukt in cijfers en percentages zal zijn is nog moeilijk in te schatten.
Rhuggenaath, die de indruk wekt als regeringsleider op alles voorbereid te zijn, heeft de Isla-vakorganisaties - PWFC (Petroleum Workers’ Federation of Curaçao) en Apri (Asosashon Pa empleadonan di staf di Refineria Isla) - op het hart gedrukt in gesprek te gaan met de banken en hen schriftelijk te benaderen. ,,Ik weet niet of ze hier gehoor aan hebben gegeven en de brief al uitgestuurd hebben. Wat de bonden van de banken willen weten is hoe zij personen en gezinnen die voor hun inkomen afhankelijk zijn van Isla kunnen helpen in het geval zij dit onverhoopt kwijtraken.”
Bij de CBA zijn aangesloten: Maduro & Curiel’s Bank (MCB), RBC Royal Bank, Banco di Caribe, Vidanova Bank, Orco Bank, CIBC FirstCaribbean International Bank, Girobank (hoewel deze onder werking van de noodregeling valt) en PSB Bank.